derheden, en hebben daarom, (zo 't ons toeschynt,) deeze taak aan den opmerkenden Adolus grootlyks overgelaaten. Na den inhoud der door hem reeds afgegeeven Bladen vinden wy Adolus zeer wel geschikt om die taak te volvoeren; nadien hy dit onderwerp alleszins duidelyk en welberedeneerd behandelt; des zyne Staatkundige Bydragen met nuttigheid by den Post gevoegd mogen worden. - Wat verder den Post byzonder betreft, dit Papier behoudt bestendig zyne waarde, daar de Schryvers met die eigenste vrymoedigheid en bescheidenheid, waarmede zy dit hun Tydschrift aangevangen hebben, voortgaan, om der Natie zodanige kundigheden van 's Lands omstandigheden, en den toedragt der zaaken in te boezemen, die ter ernstiger handhaavinge van de Vryheid en het Welvaaren van ons Gemeenebest kunnen strekken.
Ter meerdere bevorderinge hiervan, hebben de Opstellers van den Post al voor eenigen tyd beslooten, daar hun bestek juist niet gehengde alles in hun gewoon Papier te plaatzen, om 'er nu en dan eenige Bylagen by te voegen; welken, om de kosten van hun Tydschrift niet te verhoogen, afzonderlyk te bekomen zyn, voor hun dien deeze meerdere kosten niet bezwaart. En dezulken, welken geen reden hebben, om tegen deeze meerdere kosten op te zien, is 't wel te raaden, dat ze zig ook deeze Bylagen door inkoop eigen maaken; gemerkt zy verscheiden gewigtige byzonderheden behelzen, die eener opmerkzaame leezinge waardig zyn. Men heeft thans reeds vyf zodanige Stukjes Bylagen afgegeeven; waarin buiten andere behandelde onderwerpen, te veel om ze hier allen op te tellen, wel inzonderheid de volgende Stukken gevonden worden. Nadere consideratien op de Memorie van Z.D.H.; de merkwaardigste Stukken raakende het beweerde regt van Alkmaar, betreffende de Magistraatsbestelling; een berigt wegens de Regeeringsvorm van Groningen en de Ommelanden; aanmerkingen over het regt der Gildens; over de Regeeringsvorm in het Stigtsche; over oproerige zogenaamde vrolykheden hier en daar; over de gewapende Burgery in verscheiden plaatzen; mitsgaders het aangepreezen voorloopig berigt van den Colonel Schomaker aan zyne Landsgenooten; benevens een verhaal van het voorgevallen met den Heer Lidt de Jeude, Student te Utrecht, benevens Professor Voorda, door den Courier du Bas-Rhin belasterd.