Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1784
(1784)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 320]
| |
In dit tweede Deel gaat de Heer Macquet over tot de Beschouwing van de Ziekten der Vaten; de werktuiglyke Ziekten, en de afwyking der vochten onzes Lichaams. De gebreken der Vaten brengt de Schryver onder de vier volgende klassen. Voor eerst, wanneer de monden der Vaten, die iets moeten ontfangen of doorlaaten, te klein zyn. Ten tweeden. Wanneer deeze monden te wyd zyn. Ten derden. Als de Vaten te naauw zyn; en ten vierden, als de vaten te wyd zyn. De oorzaaken deezer gebreken worden vervolgens aangetoond, en de nadeelige gevolgen daar van naagegaan. In het tweede Hoofdstuk word over de Ziekten der Werktuigen gehandeld. Werktuiglyke deelen noemt de Schryver de zulken, welke met zodanige eigenschappen voorzien zyn, dat zy beweegingen en werkingen verrichten, wanneer 'er eene oorzaak bykomt die hen aan 't werken helpt. - Tot de werktuiglyke deelen behooren de vaste en vloeiende deelen. - Het onderscheid tusschen deeze is de zamenhang. De zamenhang ondergaat drie gebreken; 1.) deelen die vereenigd moeten zyn hangen niet te zamen; 2.) deelen die van elkander moeten gescheiden zyn, hangen te zamen; of, 3.) de zamenhang is niet op zulk eene wyze, als die moet weezen, enz. Hier uit worden vervolgens de Ziekten der vaste werktuiglyke deelen afgeleid. In het derde Hoofdstuk komen de Ziekten der vloeiende deelen voor; men kan de vochten beschouwen als op zigzelven bestaande, en in betrekking tot de vaste deelen. In het eerste geval moet men de vochten aanmerken in hunne eige zelfstandigheid, door welke zy van het vaste verschillen; vervolgens moeten wy naspeuren, in zoo verre zy van andere vloeistoffen verschillen, en dus vloeistoffen van het Menschelyke Lichaam zyn; en dan in de derde plaats naagaan, waarin deeze vochten onder elkander verschillen. Dus handelt de Schryver in het vierde Hoofdstuk over den zamenhang der vochten en derzelver gebreken. In het vyfde Hoofdstuk over de verschillende menginge, en ziekelyke scherpheden der vochten. In het zesde Hoofdstuk over de Ziekten der vochten uit de afwyking der deelen, (dit wil zeggen der t'zamenstellende deelen, of, zo als de Schryver zegt, der Elementen.) In het zevende Hoofdstuk over de gebreken der Gyl. In het agtste over de aandoeningen van het bloed. In het negende over de gebreken der afgescheiden sappen. Ver- | |
[pagina 321]
| |
volgens gaat de Heer Macquet over, tot het onderzoek van de Ziekten der vochten, in betrekking tot de vaste deelen; en handelt in het tiende Hoofdstuk over de betrekkelyke Ziekten. In het elfde over de afwykende veelheid der vochten. In het twaalfde over de afdwaaling der vochten uit hunne plaats. In het dertiende over de gebreken in de beweeging der vochten; en, eindelyk, in het laatste Hoofdstuk maakt de Schryver een begin met de zamengestelde Ziekten. Dit is de zaaklyke Inhoud van dit Tweede Deel. - De wyze, op welke de Schryver zyn onderwerpen behandeld heeft, verschilt niet van het Eerste Deel; en, vermits wy ons reeds daar over geuit hebbenGa naar voetnoot(*), zullen wy ons vergenoegen met onzen Leezer den Inhoud daar van mede gedeeld te hebben. |
|