gezonden, en zyne Leer ene Godlyke Leer is. Aen dit trapswyze voortgaende betoog is ten laetste nog gehecht ene beantwoording der tegenbedenkinge, afgenomen uit den geringen invloed, welken die Leer veelal op derzelver belyders heeft. Het een en 't ander is met een welwikkend oordeel uitgevoerd; het welk dit Geschrift met regt ene plaets doet verdienen, onder dat slag van Schriften, die ter verdediginge van de Christelyke Leere strekken.