ryke onderstenning in Jezus Christus. - Tot een stael van des Autheurs denkwyze strekke zyne volgende voorstelling van den zin, in welken ieder Christen het Onze Vader geduuriglyk behoort te bidden, dat zyn Hoogeerwaerde kortlyk aldus uitdrukt.
Onze Vader, die in de hemelen zyt! Eeuwige, almachtige, goedertierene God, van wien het heelal afhangt, diens de hemel is ende de aarde, met alles, wat in en op dezelve is.
Uw naam werde geheiligd. Ach dat deeze Uwe hooge eigenschappen recht erkend, van alle Uwe schepzelen geprezen, van ons menschen, ook van my, door eenen heiligen wandel verheerlykt wierden.
Uw koningryk kome. Uwe kristelyke kerk werde, hoe langs hoe meer, onder alle volken uitgebreid, onder ons bevestigd, en Uw onzienelyk ryk, in gerechtigheid, vreede en vreugde in den Heiligen Geest bestaande, werde ook geduurig in myn hart opgerecht.
Uw wil geschiede, gelyk van de Engelen en uitverkorenen in den hemel, alzoo ook van ons op aarde: dat wy in Uwe geboden wandelen, aan Uwe leiding ons lydzaam onderwerpen, en met eene stille bedaardheid al het overige van U verwachten.
Ons dagelyks brood geef ons heden. Niet om overvloed, maar om onze nooddruft bidden wy. Schenk ons gezondheid, neering, geluk, eer, vreede en vergenoegdheid, zoo veel als U behaagt, en met het waare welzyn van onze zielen bestaanbaar is.
Vergeef ons onze schulden, gelyk ook wy vergeven onzen schuldenaaren. Hiermede vergeef ik allen, die my beledigd hebben. Ach! vergeef my, om Kristus wil, de groote schuld myner zonden, geef my een verzoenlyk hart, en door het geloof vreede in myne konsciëntsie.
Leid ons niet in verzoekinge. Staa my, ende alle Kristenen, by, in de veele verzoekingen van dit leven, dat wy door vrees noch liefde, door overvloed noch gebrek, tot zonde verleid werden. Laat de verzoeking niet gaan boven ons vermogen.
Maar verlos ons van den boozen, van al het kwaad, en 't geen voor ons heil nadeelig is.
Want Uw is het koningryk. Gy zyt de groote Regeerer der weereld, en vooral van Uwe kerk op aarde. Van U alleen kan, ende mag ik dit alles, en voorts al wat my ontbreekt, verwachten.
Uwe is de kracht ende de heerlykheid, in eeuwigheid. Am en.