Het waare oogpunt, waaruit, naar de Leere des Bybels, het leerstuk van Christus Verzoendood moet beschouwd en beoordeeld worden. Uit het Hoogduitsch vertaald. In 's Hage, by C. Plaat, 1783. In gr. octavo, 70 bladz.
Volgens den Schryver van dit Stukje, heeft men, naer de leere des Bybels, zyne gedachten over den dood van Christus indezervoege te leiden. ‘Het eerste, eigenlyke en hoofdoogmerk van Christus dood was zyne Opstanding. Hy moest sterven, ten einde hy weder opgewekt konde worden. Zyn dood was noodzaaklyk om zyner Opstandinge wille. Dit is het waare Punt, van waar wy moeten uitgaan. Nu gebruikt de Godlyke Wysheid deezen dood van Christus, om zyner Opstandinge wille reeds noodig, slechts verder tot een waarschouwend Strafexempel en tot een geruststellend Verzoenoffer voor ons Menschen. En hier toe wierdt verder niets gevorderd, dan, eensdeels, eene plechtige verklaaring Gods aan de Menschen: dat deeze Dood, om andere redenen reeds noodig, tevens een Strasexempel en Verzoenoffer voor ons zoude zyn; en, anderdeels, de vrye goedkeuring van Jezus tot deeze gebruikmaaking van zynen dood. Dan, dat God den dood van Christus ten voordeele van beide oogmerken gebruikte, geschiedde geenzins, om dat zulks aan Gods zyde noodig was, maar alleen, om dat het aan 's Menschen zyde vereischt wierdt. Enkel en alleen, ter bevordering onzer ruste en ter onzer verbeteringe, gevolglyk ter staavinge onzer gelukzaligheid, welke het oogmerk is, het welk de Christlyke Openbaaring zoekt te bereiken, verklaarde God, met goedkeuring zyns Zoons, zynen dood te gelyk voor eene plaatsvervullende Straffe, ter voldoeninge voor onze zonden, en gebruikte eenen dood, reeds om andere redenen noodzaaklyk, tevens tot een verbeterend Strafexempel en tot een geruststellend Verzoenoffer voor ons.’ - Dit begrip ontvouwt de Schryver in 't breede, en tracht deszelfs gegrondheid door aengevoerde bewyzen te staven. Veelligt zal zyne voorstelling by zommige ingang
vinden, nadien ze op ene schrandere wyze uitgewerkt is; maer 't gewoone lot der Schryveren, die een middelweg tusschen twee twistende partyen inslaen, gelyk de Autheur hier doet, is, dat ze aen geen van beiden voldoening geven.