gens deze uitlegging, schoon niet bepaeld gelyktydig met den val van den Antichrist, echter niet lange daerna zal voorvallen. By de voordragt hiervan laet Mejuffrouw Beun zich in, in ene doorloopende ontvouwing van den gehelen inhoud der Openbaringe van Joannes; en, om den Lezer te gereder onder 't oog te brengen, hoe dezelve, volgens haer inzien, te verstaen zy, zo heeft ze aen deze Verhandeling gehecht, ene beknopte ontleding van het gansche Boek, ter duidelyker aenwyzinge, hoe de daerin voorgestelde zaken, naer 't begrip dat zy 'er van gevormd heeft, op elkander volgen. - Ten laetste komt hierby nog ene derde Verhandeling over de Vier Dieren, strekkende ten bewyze, dat men door dezelven de Vier Euangelisten te verstaen hebbe; by welke gelegenheid ook het gezicht van Ezechiël, en dat van Jezaia, aengetekend Ezech. I en Jez. VI, benevens etlyke byzonderheden daertoe betrekkelyk, ontvouwd worden. Mejuffrouw Beun had dit, als ene onderstelling, reeds ingevlochten in hare voorige Verhandeling; doch, vermids de bredere ontvouwing hiervan wat omslachtig viel, heeft ze 't beter geoordeeld dit onderwerp, ten besluite, afzonderlyk te overwegen.
Zy, die in gene der vroegere Uitleggingen van het Boek der Openbaringe van Joannes kunnen berusten, nog steeds na ene betere uitzien, en daervan hun werk maken, vinden hier op nieuw stoffe voor hunnen onderzoekenden geest. Dat ze 'er voldoening in zullen vinden, durven wy hun niet belooven; alleenlyk kunnen wy, ten aenzien der uitvoeringe, zeggen, dat dezelve in eene vry geregelde orde voortgaet, en in verscheiden opzigten nieuw is: van waer deze uitlegging over 't geheel ook by anderen in vergelyking kunne komen. - Wat wel byzonder het denkbeeld van Mejuffrouw Beun, nopens het getal des Beestes betreft; wy kunnen naeuwlyks denken, dat dit by velen toeval zal vinden. Om uit drie talletters, 600, 60 en 6, het getal van 606 op te maken, is ons te willekeurig, en te duidelyk geschikt om aen ene van achteren gevormde onderstelling dienst te doen: ook komt het ons niet waerschynlyk voor, dat de Heilige Geest, gelyk men dus wil, in 't opgeven van zodanig een getal, geoogd zou hebben, op ene misrekenende tydtelling, als die van Dionysius; welke men de Gewoone Telling noemt, die haren aenvang heeft te nemen met 's Heillands geboorte, doch, gelyk bekend is, enige jaren te kort schiet.