by andere Mogendheden; waartegen zy nu eene staande Zeemagt onderhouden; 't welk ons in de noodzaaklykheid brengt, om mede zodanige schikkingen te maaken. En hieraan hegt hy eene tweede aanmerking, welker ontvouwing den voornaamen inhoud van dit Geschrift behelst. ‘Het Krygswezen ter Zee is, zegt hy, zodanig veranderd, dat de voorige Eeuwen ten dezen opzigte met de tegenwoordige niet vergeleken kunnen worden. Om dit aan te toonen, zal ik, hoewel zeer kort, de gesteldheid van het krygswezen ter Zee in voorige Eeuwen nagaan, en vervolgens aanhalen wat andere Mogendheden, en voornamentlyk Engeland en Vrankryk, ter verbetering van hunne Zeemagt, gedaan hebben, daarmede vergelykende wat door ons, tot dat einde al, of niet, verrigt is, en besluiten met die verbeteringen, die onze Zeemagt weder zoude kunnen opbeuren, en hare voorige luister wedergeven, aan myne Landsgenooten voor te dragen.’ - De hier opgegeeven Artykels worden door den Schryver onderscheiden en met oordeel behandeld.