De herrezen Vrijheid in zes Zangstukken. Door J.v. Manen, Az. Lid van het Taal- en Dichttievende Genootschap: Kunst wordt door arbeid verkregen, te Leijden; en het Dichtlievend: volmaakter door den tijd, te Utrecht. In muzijk gebragt, door A.W.F. Mattern. In groot octavo 12 bladz.
En schikking en uitvoering van dit in zes deelen geschifte Zangstuk strekken tot lof, zo van den Dichter als van den Muzykkundigen: ieder gedeelte van het zelve, en de gansche inhoud te zaam genomen, boezemt den Nederlander denkbeelden in, die hem op 't leevendigste treffen, en van alle zyden aanspooren, om 's Lands Welweezen, door 't eendragtige handhaaven der Vryheid, recht ernstig ter harte te neemen. - De dwinglandy beklaagt zig over het mislukken haarer gewelddaadige poogingen, en neemt haare toevlucht tot de Tweedragt; welke haar vleit met het denkbeeld, dat zy, afziende van geweld, door list en veinzery beter zullen slaagen. Maar hiertegen komt eene Rei van Nederlanderen op, die hunne Landsgenooten te wapen roepen, om der Dwinglandye, hoe ze zig ook moge vertoonen, te keer te gaan. Zulks geeft der Vryheid moed; hierop vereenigen zig de Eendragt, Vryheid en Vrede die zig verzekerd houden van 's Lands welweezen, indien het ontstooken yvervuur bestendig aangekweekt wordt; en dit doet een Chorus het Stuk met deezen Zang eindigen.
Niets kan' er bij uw grootheid haalen,
o Nêerland! als ge uw Vrijheid kent;
Uw moed zal altijd zegepraalen
Op elk die uwe rechten schendt.
Dat de Eendracht slechts uw arm bestuure,
Tot heil van Volk en Overheid!
Op dat uw voorspoed eeuwig duure
En Tweedragt zwigt' vor uw beleid.
Dan zult gij nooit ten speelbal strekken
Aan zelfbelang en dwinglandij,
Uw moed zal ieders eerbied wekken
En Nederland blijft eeuwig vrij.