en God verheerlijkende vrucht der Euangelie-verkondiging, in allen, die het hooren, waardoor een rechtgeaart dienstknegt van het zelve moet worden aangespoord, om overal, en ten allen tijde, in dat werk, ieverig, oprecht en getrouw, te verkeeren, over 2 Cor. 11. 14-17. (4.) De waare belijdenis en afstand van zonden, gegrond in, en aangedrongen door, de beloften van Gods barmhartigheid in Christus, over Spr. XXVIII. 13. (5.) Het ééne noodige, om aan de beloften der Godlijke gunst en goedertierenheid deel te krijgen, de kennis, de bekentenis zyner ongeregtigheden, over Jer. III. 13. (6.) Het tugtmeesterschap der Wet, onder de onde huishouding van Moses, over Gal. III. 24. (7.) De voorzigtige bescheidenheid, en zagtmoedige Wysheid, waarmede Jesus zijne vijanden beschaamt; benevens de uitlokkende vriendelijkheid, en gepaste getrouwheid, waarmede Hy zondaaren behandelt, over Joh. VIII. 1-11. (8.) Het getuigenis, dat Jesus geeft van Joannes den Dooper, en van zig zelven, ten bewijze dat Hij de Christus was, en dat het Koningrijk der hemelen was nabij gekomen, over Matth. XI. 11. 12. (9.) De ongelukkige gesteldheid des Joodschen volks ten tijde van Jezus omwandeling op de aarde, en de aanstaande verwoesting van het zelve, afgebeeld in de gelykenis van eenen vijgenboom, die om zijne onvruchtbaarheid vervloekt wierdt, over Marc. XI. 12-14, 19-21. (10.) over het zelfde onderwerp, en (11.) De hoogste betaamelijkheid en uitneemende veiligheid van het geloovig toevlugt neemen tot God, afgeleid uit de ontdekking van zijne gadelooze goedertierenheid, vooral in de wegen zijner genade, als eenen genoegzaamen grond des geloofs, over Ps. XXXVI. 8’ - Veelligt zouden zommige Leden der Hervormde Kerke min of meer vreesachtig zyn voor 't doorbladeren dezer Leerredenen, om dat de Eerwaerde le Sage ten
Broek, door enige nauwkeurige navorschers der Rechtzinnigheid te Rotterdam, van onrechtzinnigheid verdacht gehouden word; dan ter hunne geruststellinge dient, dat ze in dit geval des aengaende niet te duchten hebben; want deze Leerredenen zyn gevisiteerd en geapprobeerd door de Eerw. Classis van Schieland.