wanneer ik u, mijne meesters! de reden zal gezegd hebben, waarom ik u allen heb geroepen, zult gij moeten bekennen, dat mijne raad nuttig voor u allen is. Gij hecht aan den roem om goed werk te maken, en het is daarom, dat ik u plegtig wilde openbaren wat de eerste stelregel voor elken bekwamen snijder en naaister is, om namelijk, voor dat gij naait, nimmer te vergeten, een' goeden knoop op het einde van den draad te leggen, anders zoude dezelve niet houden.’ Hierop klom hij af en verloor zich onder de menigte, de goede snijders en naaisters zeer verwonderd latende, dat zij van zoo ver gekomen waren, om iets zoo onbeduidend te hooren.