De vermakelijke lotgevallen van Tijl Uilenspiegel
(1972)–Anoniem Ulenspieghel– Auteursrechtelijk beschermdDe vermakelijke lotgevallen van Tijl Uilenspiegel. Kruseman's Uitgeversmaatschappij, Den Haag 1972 (facsimile van uitgave 1841)
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van De vermakelijke lotgevallen van Tijl Uilenspiegel in een facsimile-uitgave uit 1972 van de editie van 1841. Het oorspronkelijk werk stamt uit 1525.
redactionele ingrepen
p. 1: de kop ‘Tijl Uilenspiegel’ is tussen vierkante haken toegevoegd.
p. 161 en 162 zijn overgeslagen in de paginanummering. De tekst loopt van pagina 160 door op pagina 163.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II, 192, 194, 230, 242, 244, 252 ) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
TIJL UILENSPIEGEL.
[pagina III]
DE VERMAKELIJKE LOTGEVALLEN van TIJL UILENSPIEGEL.
GEILLUSTREERD
door de heeren lauters, bake, gretser, ten kate, enz.
'S GRAVENHAGE,
Nederlandsche Maatschappij van Schoone Kunsten
BESTUURDER J.J. VAN RYCKEVORSEL.
1841.
OPNIEUW UITGEGEVEN DOOR KRUSEMAN'S UITGEVERSMAATSCHAPPIJ N.V. s'-GRAVENHAGE
[pagina 243]
INHOUD.
[pagina 245]
INHOUD.
Voorrede. | 1 |
Hoofdst.I. Geboorte en doop van Uilenspiegel. | 11 |
II. Hoe Uilenspiegel een ruiter beantwoordde. | 15 |
III. Hoe de vader van Uilenspiegel met zijnen zoon te paard reed. | 20 |
IV. Van de soep voor de kinderen en de wraak van Uilenspiegel. | 23 |
[pagina 246]
V. Hoe Uilenspiegel op de koord danste, en de poets die hij aan de kinderen speelde. | 26 |
VI. Hoe Uilenspiegel brood kreeg voor zijne moeder. | 30 |
VII. Het voorval van den koffer en de dieven. | 34 |
VIII. Hoe Uilenspiegel in dienst trad van den Pastoor Tan Baesrode, en wat hij aldaar uitrigtte. | 37 |
IX. Hoe Uilenspiegel voorgaf, dat hij door de lucht zoude vliegen. | 43 |
X. Hoe Uilenspiegel uit visschen ging. | 46 |
XI. Hoe Uilenspiegel bakkers jongen werd. | 48 |
XII. Hoe Uilenspiegel zich in zijn nieuw ambacht van smid gedroeg. | 54 |
XIII. Uilenspiegel neemt dienst op het slot ran Héverlé. | 57 |
XIV. Wat Uilenspiegel met eenen geneesheer wedervoer. | 62 |
[pagina 247]
XV. Van den gierigen buurman en zijn varken. | 71 |
XVI. Uilenspiegel wordt gebannen. | 74 |
XVII. Hoe Uilenspiegel eenen ouden hoed verkocht. | 76 |
XVIII. Het paard van den Keurvorst. | 80 |
XIX. De eijeren verkoopster. | 84 |
XX. Hoe Uilenspiegel een kind genas. | 87 |
XXI. De groote thesis te praag verdedigd. | 90 |
XXII. Hoe Uilenspiegel eenen ezel opvoedde. | 95 |
XXIII. Hoe Uilenspiegel schilder werd. | 98 |
XXIV. Hoe Uilenspiegel te Rügenstädt, in het land van Thuringen, de pelzen van de vrouwen waschte. | 105 |
XXV. Uilenspiegel doet drie kleedermakers gezellen van eene tafel Vallen. | 108 |
XXVI. Van een strijd met den hofnar van Koning Casimir. | 110 |
[pagina 248]
XXVII. Hoe een geheel ziekenhuis in eens genezen werd. | 113 |
XXVIII. Hoe Uilenspiegel een paard betaalde. | 119 |
XXIX. Hoe Uilenspiegel zijn middagmaal in eene Italiaansche herberg betaalde. | 122 |
XXX. Van de grap die Uilenspiegel te Rome uitvoerde. | 125 |
XXXI. Hoe Uilenspiegel zijn kleed als pelgrim gebruikte. | 129 |
XXXII. Hoe Uilenspiegel eenen boer bedroog. | 132 |
XXXIII. Hoe Uilenspiegel te Bremen melk kocht. | 136 |
XXXIV. Hoe Uilenspiegel kippen wegnam. | 139 |
XXXV. Wat Uilenspiegel aan den voet van de galg deed. | 141 |
XXXVI. Hoe Uilenspiegel eene koopvrouw al hare potten deed breken. | 147 |
XXXVII. Uilenspiegel brouwer en snijder. | 151 |
[pagina 249]
XXXVIII. Van het kalf en de goede man die het voortleidde. | 156 |
XXXIX. Hoe Uilenspiegel te werk, ging als schoenmaker. | 159 |
XL. Onderscheiden vrolijke gevallen. | 165 |
XLI. Het voorval met de drie blinden. | 167 |
XLII. Het gebeurde met den wolf. | 174 |
XLIII. Van de zachte eijeren en de gebraden appelen. | 180 |
XLIV. Hoe Uilenspiegel zich op eenen luitspeler wreekte. | 183 |
XLV. De dood van Uilenspiegel en zijne begrafenis. | 188 |
Aanhangsel. | 193 |
De geboorteplaats van Uilenspiegel en zijn naam. | 195 |
Van Koning Salomo en den boer Marcolph. | 196 |
Een stukje van Schinderhannes. | 206 |
Studentengrappen. | 207 |
Verbanning van Pape-Theun. | 209 |
[pagina 250]
De koopman in brillen. | 210 |
Hoe Uilenspiegel zich als kok verhuurde. | 212 |
Genezing door inbeelding. | 216 |
De gefopte geregtsdienaars. | 218 |
De borg. | 219 |
Hoe Uilenspiegel voorgaf twintig gulden aan blinden te geven, die hij op den weg ontmoette. | 224 |
Letterkundige opgave. | 231 |
[pagina 251]
Deze facsimile-uitgave van
TIJL UILENSPIEGEL
werd vervaardigd naar de editie die in het jaar 1841
in opdracht van de
Nederlandsche Maatschappij van Schoone Kunsten
verscheen.
Zij werd in 1972 in opdracht van
KRUSEMAN'S UITGEVERSMAATSCHAPPIJ N.V.
TE 's-GRAVENHAGE
in een gelimiteerde oplage in offset gedrukt
door drukkerij Krips Repro b.v. te Meppel