wonderd toen hij omzag, - ‘wat doe je daar?’ zeide hij. ‘Wat gij mij gezegd hebt: ik volg je met den blaasbalg,’ was het antwoord.
Het was namelijk eene groote liefhebberij van Uilenspiegel, om alles naar den letter op te nemen. De smid verklaarde zich beter; maar nam voor om zijnen jongen wat meer vlugheid te leeren.
Het was midden in den winter en in plaats van nu ten vier ure op te staan naar gewoonte, stapte hij ten twaalf ure des nachts uit het bed, riep Uilenspiegel op, en begon het werk.
Zoodanige gewoonten gevielen in het geheel niet aan den potsenmaker, die vraagde waarom men hem zoo vroegtijdig wakker maakte? - ‘Omdat ik gaarne heb,’ zeide de baas, ‘dat mijne jongens in het begin slechts een' halven nacht slapen, ten einde hunne vlugheid te beproeven.
Uilenspiegel antwoordde niets; maar den volgenden nacht, toen men hem weder ten twaalf ure had gewekt, bond hij zijne matras op zijnen