De vermakelijke lotgevallen van Tijl Uilenspiegel
(1972)–Anoniem Ulenspieghel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 11]
| |
[pagina 12]
| |
beek. Langen tijd hadden zij den hemel om eenen zoon gesmeekt, en hunne wenschen waren eindelijk verhoord geworden. Zoodra liet niet het kind zijnen eersten schreeuw hooren of, zijn vader deed hem naar de kerk brengen, om gedoopt te worden. Men weet niet welken naam de priester hem gaf, maar naderhand, en om redenen, die men later zal leeren kennen, kreeg het kind den bijnaam van Uilenspiegel, of spiegel van den uil, en daar de uil voorheen aan Minerva gewijd was, is het mogelijk dat men daarmede bedoeld heeft Spiegel der wijsheid. Naar gewoonte waren de geburen en de geburinnen, zoo wel als de bloedverwanten tot de plegtigheid van den doop genood. Uit de kerk komende ging het vrolijke gezelschap naar deherberg, waar de vader van den nieuwgeborene er opstond, dat men lustig zoude drinken. Zooveel vreugde gevoelde de goede man over zijnen zoon. Toen de dag begon te vallen, en men zich naar huis moest begeven, opende de vroedvrouw den trein, naast den goeden Klaas lustig vooruitstap- | |
[pagina 13]
| |
pende. Men moest eene oude en vervallen brug overgaan, en de vrouw eenigzins wankelende,
hetzij van wege de duisternis of dat zij om hare vreugd te toonen, wat veel gedronken had, stortte | |
[pagina 14]
| |
met den kleinen Uilenspiegel in de sloot, die gelukkig bijna geheel zonder water, maar des te meer met modder voorzien was. Zonder ongelukken werd zij met hulp van eenigen uit het gezelschap er uitgetrokken, en daar onkruid niet vergaat (zoo als de duitsche historieschrijver van onzen held zeer wijsgeerig aanmerkt) kwam Uilenspiegel meteene kleine bemoddering en bespatting vrij. Toen ieder te huis gekomen was, liet men water heet maken, om de vroedvrouw en het kind af te wasschen. Ziedaar de verklaring van de verkeerd geplaatste aardigheid van sommigen, namelijk: dat Tijl Uilenspiegel op den zelfden dag driemaal zoude gedoopt zijn, met koud met vuil en met heet water. Dit was het begin van Uilenspiegel's zonderlingen levensloop. |
|