ik meer van Laurel en Hardy houd, was ik verrast door de snelheid, de timing, de grollen, en vooral Chaplin zelf.
Toen we thuiskwamen vond ik het bericht op het antwoordapparaat.
Ik belde mijn broer en zei dat ik om halfzes zou opstaan om me bij hem te voegen. Mijn broer hield de hoorn aan mijn vaders oor en, mijn tranen weg persend, heb ik hem bedankt voor alles wat wel goed was en gezegd - en wanneer zeg je dat in godsnaam, ik krijg het nooit over mijn lippen - dat ik van hem hield.
Om 1 uur werd ik gebeld dat ik niet om halfzes hoefde op te staan.
Zij was er niet, Zij was de laatste weken niet meer geweest.
De volgende dag zei Zij tegen mijn broer dat er geen geld was voor koffie en het versturen van kaarten en dat zijn vader - háár man, we moesten dat niet vergeten, dus Zij bepaalde wat er gebeurde, punt uit - in een armengraf zou gaan, geen steen, niks.
Terwijl de begrafenis plaatsvond, stond ik op het tweede parkeerterrein van De Beukenhof in Schiedam, waar verder geen auto's stonden en ik zicht had op het gebouw waarin de aula zich bevond.
We hadden, buiten Haar om, een brief gestuurd naar de twee (van de dertien) nog in leven zijnde broers, naar neven en nichten van wie we het adres hadden, en naar onze oude buurjongen met wie we nog altijd bevriend zijn. Ik was benieuwd naar wie er waren, maar toen er al een half uur niemand uit het gebouw was gekomen, belde ik mijn buurjongen: ‘Niet zeggen dat ik bel, maar wat is er aan de hand?’
‘Er is toch koffie,’ zei hij. ‘Ik kom nu naar je toe.’
Hij was amper ingestapt of ik zag de weduwe naar buiten komen, achter een rollator, geflankeerd door haar zoon en dochter. Afkerig van een confrontatie, boog ik me over de schoot van mijn buurjongen.
‘En als ze mij zien zitten?’ zei hij.
‘Kijk de andere kant op, of doe of je iets leest.’
Zodra het drietal van het eerste parkeerterrein was vertrokken, liepen we naar het graf, heel even maar om de familie niet te laten wachten. Daar lag hij dan, de flamboyante man die zich vroeger zo graag omringd wist door familie en vrienden, die een bar timmerde om feestjes luister bij te zetten en een pingpongtafel waar de hele buurt op mocht komen spelen.