zaam van zaal tot zaal. Ik volg zo onopvallend mogelijk en houd haar vanuit mijn ooghoeken in de gaten. Spannend, net als in de film. Zodra ze in mijn richting kijkt, doe ik net alsof ik aandachtig een kunstwerk bestudeer. Op die manier raak ik haar kwijt. Met mijn neus bovenop een Monet tel ik tot dertig en als ik opkijk, is ze weg. Een gemiste kans.
Iemand tikt op mijn schouder. Vast een bewaker die mij komt zeggen geen dames lastig te vallen in het museum. Maar het is de dame zelf.
‘Pardon, weet u waar ik de Guernica kan vinden?’ vraagt ze.
Ik herstel me snel.
‘Jawel,’ antwoord ik, ‘een kleine duizend kilometer ten zuidwesten hiervandaan, in het Prado in Madrid.’
Ten overvloede voeg ik er aan toe dat de Guernica tot 1981 in New York hing omdat Picasso bij testament bepaalde dat het schilderij niet in Spanje geëxposeerd mocht worden zolang publieke vrijheden en democratische instituties aan dat land werden onthouden, zoals hij het zelf fraai formuleerde. Toen de Guernica voor het eerst in Madrid te zien was hing het doek achter pantserglas uit angst voor Franco-aanhangers met plamuurmessen of handgranaten.
‘Ach, ja natuurlijk,’ zegt ze, ‘wat dom, ik ben weer in de war met een andere schilder.’
‘Misschien Chagall. Er hangt veel werk van hem in Nice, hij woonde hier niet ver vandaan.’
Ze glimlacht en ik begint een lulverhaal af te steken over Picasso als logisch vervolg op de Grote Spaanse Klassieken. Het gaat er in als koek.
‘U weet zoveel van kunst, komt u hier vaak in het museum?’ vraagt ze.
‘Altijd als ik in Nice ben. Ik zit meestal in het Negresco, dus dan is het vlakbij.’
Ze glimlacht opnieuw. Het wordt een irritante gewoonte onderhand. Ik vraag of ze zelf regelmatig in het museum komt.
‘Zo nu en dan, als ik behoefte heb aan een beetje schoonheid om me heen.’
Ik onderdruk een gaap, kijk op mijn horloge, constateer dat het lunchtijd is en vraag of ze zin heeft een hapje te eten. Dat heeft ze, het museum staat bekend om zijn uitstekende restaurant.
Tijdens de lunch praten we over van alles en nog wat: Over Frankrijk, dat beslist betere tijden heeft gekend en Nice, dat ook behoorlijk achteruit gaat. Over laat-middeleeuwse schilderkunst, moderne roman-