[Nummer 3]
Voorwoord
Dit Herfstnummer 2012 is waarschijnlijk het voorlaatste (het laatste krijgt als thema: Afscheid). Er is nog een poging tot overleving gaande, maar we houden ernstig rekening met opheffing van het blad; eventueel te veel betaald abonnementsgeld zal worden teruggestort.
In dit Iersgetinte Herfstnummer staat werk van tweeëntwintig auteurs: acht Ierse verhalen en tien Nederlandse, plus vijftien zkv's en korte schetsen (van Van Hassel, Pignon en Snijders), en aan Ierse zijde nog veertig korte stukken van Joyce die hij bijeenbracht onder de naam ‘Epiphanies’, jeugdwerk dat hij bewaarde en waar hij later uit putte (zie Auteursinformatie).
Van de overige Ierse auteurs beschrijft Patrick Boyle een episch gevecht tussen een das en een hond, Maeve Brennan het voorspel tot een ongewenst huwelijk, Edna O'Brien het kortstondig geluk van een boerenvrouw met een haardkleed, Roddy Doyle huiselijke paniek op vakantie, O'Flaherty moordzucht in de Ierse burgeroorlog, Neil Jordan het raffinement van een Ierse zigeuner, George Moore omgekeerd heimwee van een Ierse remigrant en William Trevor de cynische liaison van een Ierse spitsburger. Alleen het laatste verhaal en dat van O'Flaherty zijn gesitueerd in de stad. Het desolate maar pittoreske platteland vormt doorgaans het decor.
Bij de Nederlandse auteurs signaleren we nieuwe bijdragen van voormalige debutanten Beerendonk en Bos, één nieuweling Alex Hijmans, correspondent voor Engelse bladen en - toepasselijk - keltoloog, Ton van Reen die niet eerder aan het blad meewerkte, en tenslotte Jan Donkers, Ed van Eeden, Lisette Lewin, Monika Sauwer, Thomas Verbogt en L.H. Wiener met nieuwe verhalen.
Frank Lekens was gastredacteur van dit nummer.
Wij wensen abonnees en kopers van dit nummer veel leesgenot.
Redactie