‘Dat we ons kerstmaal moeten gaan voorbereiden.’
‘O ja, het is inderdaad bijna Kerstmis.’ Niels knikte. ‘We schieten zeker een muskusos net als vorig jaar?’
‘Ik had iets heel anders in gedachten,’ antwoordde Halvor met een gemeen lachje.
‘Sneeuwhoen? Er zijn geen sneeuwhoenders in deze tijd van het jaar, mijn jongen, en we hebben ook geen bevroren op voorraad, voor zover ik weet. Ik ga voor de os.’
‘En ik ga voor Oscar,’ zei Halvor. Hij kon met moeite de vreugde in zijn stem onderdrukken.
‘Oscar!?’ Niels keek hem geschokt aan. ‘Dat meen je toch niet echt? Oscar opeten met kerst?’
‘Daar hebben we 'm voor gekocht,’ antwoordde Halvor.
‘Ja, ja, dat was toen. Maar nu is dat allemaal anders,’ protesteerde Niels.
‘We hebben hem gekocht om 'm met kerst op te vreten. Zo was het en zo blijft het,’ zei Halvor stellig.
‘Geen sprake van, we gaan Oscar niet opeten.’
Halvor sloeg met zijn hand op tafel. ‘Dit jaar wil ik weer eens varkensgebraad met kerst. Punt uit, Niels.’ Hij trok zijn mes en voelde aan het lemmet.
Niels keek zijn kameraad ongelukkig aan. ‘Dat meen je toch niet, Halvor. Je houdt net zo veel van Oscar als ik. Hoe kunnen we dat varken ooit slachten?’
‘Zo,’ antwoordde Halvor. Hij maakte met de botte kant van zijn mes een beweging langs zijn keel. ‘Zo, Oude Niels, een makkie.’
Maar toen werd Niels boos. ‘Je blijft van Oscar af,’ schreeuwde hij. ‘Ik wil verdomme niet dat Oscar geslacht wordt.’
‘Vergeet niet dat het beest voor de helft van mij is.’
‘Dan koop ik jouw deel.’
‘Dat is niet te koop.’ Halvor lachte triomfantelijk.
‘Dan krijg je mijn aandeel in de opbrengst van onze vossenvachten,’ bood Niels aan.
‘Ik wil varkensvlees, hoor je. Ik wil mijn helft van Oscar op tafel hebben.’
Ze schreeuwden steeds luider tegen elkaar, en op het laatst konden ze niet meer verstaan wat de ander zei. Toen stoof Oude Niels de hut uit en smeet de deur met een klap achter zich dicht. Halvor lachte hard en hysterisch, terwijl hij levensgevaarlijk met zijn mes boven zijn hoofd zwaaide en riep: ‘De helft van Oscar komt op tafel, Niels, hoor je me!’