Arnout ter Haar (1959) debuteerde in 2000 met de roman Brak bij uitgeverij Contact. In 2003 verscheen zijn tweede roman getiteld Lichtjaar. Twee korte verhalen werden gepubliceerd in de vakantiebundel Inpakken & Wegwezen. Ter Haar is klinisch-psycholoog en psychotherapeut, werkzaam in eigen praktijk in Amsterdam. Hij is hoofdredacteur van Groepen, tijdschrift voor groepsdynamica en groepspsychotherapie.
Michiel Heijungs (Wassenaar, 1957) studeerde onder andere Journalistiek, Indonesische taal & letterkunde en Rechten, werkte als journalist, musicus, instrumentmaker en entrepreneur, woonde in Azië en Zuid-Amerika en schrijft sinds enige tijd korte verhalen. Hij debuteerde in 2009 in het tijdschrift Tirade.
Michel Houellebecq (Réunion, 1958) werd opgeleid tot landbouwingenieur, maar maakte een komeetachtige carrière in de literatuur. Zijn bekendste boeken zijn Extension du domaine de la lutte, 1994 (De wereld als markt en strijd), Particules élémentaires, 1998 (Elementaire deeltjes), Plate-forme, 2001 (Platform) en La carte et le territoire, 2010, Prix Goncourt (De kaart en het gebied), alle vertaald door Martin de Haan. Houellebecq is minder bekend als dichter, al schreef hij drie bundels waarvan de eerste La Poursuite du bonheur (1992) werd bekroond met de Prix Tristan Tzara.
Annelies Karelse (Singapore, 1952) studeerde Nederlands, is lerarenbegeleider in taalonderwijs met eigen bedrijfje en schrijft gedichten en verhalen. In 1968 debuteerde zij met gedichten in De Groene Amsterdammer. Karelse schreef kinderverhalen o.a. voor educatieve uitgaven. Haar poëzie werd gepubliceerd in Lust & Gratie (1998) en in Zoals een haan een ei legt (2009).
Agota Kristof (Scikvand, 1935) vluchtte in 1956 uit Hongarije naar Zwitserland en was sinds 1970 full time auteur in het Frans. Ze schreef behalve vier toneelstukken zes romans die in veertig talen zijn vertaald. In het Nederlands verschenen Het dikke schrift (Le Grand cahier, bekroond met de Europese Prijs voor Franstalige literatuur), Het bewijs, Gisteren en haar autobiografie De analfabete. Voor haar hele oeuvre kreeg ze de Gottfried Keller Prijs (2001). Agota Kristof overleed 27 juli jongstleden.
Fouad Laroui (1958), Frans schrijver van Marokkaanse afkomst, groeide op in Casablanca en studeerde wiskunde, natuurkunde en bouwkunde in Parijs, waarna hij een paar jaar werkte als ingenieur in Marokko. Hij specialiseerde zich in de econometrie en promoveerde in 1989. Sinds 1990 woont hij grotendeels in Amsterdam, waar hij als wetenschapper verbonden is aan de VU. In 1995 kreeg hij de Nederlandse nationaliteit. Laroui schrijft romans, verhalen en gedichten; bij Van Oorschot verschenen vier titels in Nederlandse vertaling. In 2001 verscheen zijn eerste Nederlandstalige publicatie, het humoristische essay Vreemdeling aangenaam.
Toine Lenssen is een solitaire vijftigplusser die in een randgemeente van de grote stad een onaanzienlijk bestaan leidt. Om zich te vermaken ploetert hij af en toe een verhaal in elkaar. Daarin probeert hij met behulp van vileine humor het menselijk tekort te vatten.
Lisette Lewin (Den Haag, 1939), publiciste en schrijfster, werkte bij o.a. de Volkskrant, NRC/ Handelsblad, Vrij Nederland. Ze schreef non-fictie, zoals Het clandestiene boek 1940-1945 (1983), Vorig jaar in Jeruzalem (1996), Herfstreis naar Dantzig, over haar vader (1997), novellen en romans: Voor bijna alles bang geweest (1989) met als uitgangspunt haar joodse achtergrond, Een hart van prikkeldraad (1992), De verloren savanne (2008), en korte verhalen, die ze her en der publiceerde zoals in De Tweede Ronde, in KortVerhaal en in de bundel: Verliezers op zee (1999). Binnenkort verschijnt haar roman Bach onder palmen.