aan de afgesproken plek, een stel slordig neergeworpen huizen in de kant van de weg.
Op het verbrokkelde asfalt van een parkeerplaats staat mijn Tsjechische collega in een busje gereed. Het busje is te klein, we kunnen niet in één keer mee naar ons volgende logies, een half uur rijden verderop. Mijn collega wijst een van de huizen aan; er hangen nieuwe borden met bierreclames aan een verweerde gevel. Volgens hem is het een taveerne, waar ik met wat groepsleden kan gaan zitten om te wachten op de tweede rit. Twee jonge vrouwen, ze flirten graag en veel met me, bieden zich daarvoor aan. Ze hebben wel zin in een avontuurtje.
De collega loopt mee naar binnen, introduceert ons in de landstaal bij een vrouw achter een toog en spoedt zich dan terug naar het busje.
Ik kijk de vrouw voor het eerst goed aan en besef dat ik haar leeftijd te hoog had geschat, hoger dan de mijne. Nu zie ik dat ze jonger is dan ik - tegen de twintig, naar jaren kan ze nog een meisje zijn, maar ze kijkt veel ouder uit haar ogen. Haar sluike kapsel is vlasblond, de kleur is een vervalsing. Dat blijkt uit haar wenkbrauwen, die donker zijn, en uit haar niet passende teint. Het afgetekende blond houdt een knap gezichtje in de tang - knap maar stroef. Ze draagt een fleurige dirndl. De rok is wijd en valt tot op de kuiten, het schort is links van de navel gestrikt. De bloes bestaat slechts uit een luchtig randje kant in de uitsnijding van het lijfje. Haar boezem staat er mals in bol.
Ik bestel in het Duits. Ze antwoordt moeizaam en met een zwaar accent, schenkt thee uit een thermoskan, bier uit een flesje, zet de bestelling op een dienblad, en gaat ons daarmee voor over een zanderige planken vloer naar een verre tafel. Het knerst onder de schoenen.
Zodra we zitten, serveert ze de drankjes, blijft staan tot ze ziet dat alles goed is, en trekt zich dan terug na een kniebuiginkje. Terwijl ze wegloopt, wordt ze aangesproken door een barse man, die met drie kompanen aan de kop van een lange tafel zit. Zijn toon is streng en zelfs dreigend, de woorden klinken als bevelen. Het meisje neemt ze gedwee in ontvangst en haast zich er uitvoering aan te geven.
Ik bekijk de mannen terwijl ze onderling praten; het lijken stuk voor stuk grove rabauwen. De barse man is hun middelpunt. Hoewel hij niet groot is, en bovendien tenger, kijken de anderen tegen hem op. Het kan niet anders of hij is hier baas. Hij deelt typische gelaatstrekken met het meisje; ik vermoed dat hij haar vader is.