Biechtstoel - een devote schrik
Harrie Lemmens
Vrome rust straalde het godshuis uit. Barok maar zonder overdaad. Eenvoud eerder, de voorbijganger uitnodigend tot enkele ogenblikken rust in de jachtigheid van de grote stad waar de tempel kathedraal was. Met dat oogmerk trad ik binnen, maar in het voorportaal hield ik verschrikt mijn schreden in. Twee knalrode banieren met daarop de Heilige Geest die boven zes tongen zweefde, teken van uitvliegende heilsverkondiging, vlamden mij tegemoet. Het detoneerde zozeer met de witte vredigheid van de buitenkant dat ik met mijn ogen knipperde en haastig de deur naar het eigenlijke Godsverblijf openduwde. Schemerdonker. Zacht gregoriaans gezang. Een betrekkelijk kleine ruimte die zich meteen breed in haar geheel opende. Het hoogaltaar met retabel uitgevoerd in groenachtig blauwe tinten. Links een kruisafneming van albast in reliëfvorm. Twee rijen banken waarop hier en daar een biddende of uitrustende gelovige. Drie toeristische stelletjes maakten devoot fluisterend een rondgang. Aan weerskanten van het middenschip in een zuil een lage doorgang, bestemd voor mensen met een bijzonder klein postuur of om de kerkganger te wijzen op de kleinheid van de mens in verhouding tot de grootheid van de Almachtige. Wierookgeur. Brandende kaarsen. Mystieke lichtstralen uit een koepel. Beeltenissen van de heilige Maagd. Opgelucht dat het duivelse geweld van het voortrazende verkeer op de rotonde die onmiddellijk aan het domplein grensde heel even achter mij lag, wilde ik me overgeven aan het gevoel van bezinning dat iedere sterveling op een dergelijk moment bekruipt, toen ik schrok van geritsel links van mij. Een geluid als van vuur dat een vernietigend spoor trekt door een kurkdroog bos. Geen onalledaags verschijnsel in dit land, maar wat moest het hier? Ik draaide mijn hoofd opzij en zag twee glinsterende lichtpuntjes in een geheel zwarte gestalte. Wat doet de Boze in een bedehuis, was de verbijsterende gedachte die door mijn hoofd schoot. Tot het zwart wat
duidelijker contouren kreeg: een stokoude priester met een zwaar brilmontuur verliet de biechtstoel, waar hij in afwachting van boetvaardige parochianen op zoek naar het eeuwige het tijdelijke had gevolgd in de krant.