Verderop staat een gemeenschappelijke vriend, daar knoop ik een praatje mee aan, dat kan ik best, ik knoop alles aan elkaar als het moet. Ik vraag hem over zijn werk, mannen praten graag over hun werk, hij doet iets met implementeren en dat is verdomd interessant. Ze zijn samen bij het bruidspaar gekomen en geven iets, een envelopje, een pakje, de bruid maakt het open en lacht hard, ha, ha, ha, wat een geslaagd cadeau, heel origineel, en nu is mijn glas toch leeg, maar dat is mooi, dat heet geluk, een aardige ober neemt mijn glas al aan en houdt me een nieuw voor.
Mijn gesprekspartner kijkt me aan, verwacht iets, een antwoord. Ik? zeg ik, met mij gaat het goed, nee, dat is nu over, nu ben ik alleen, wat een zegen, relaties, mij niet gezien. En ik verontschuldig me, moet even nog daar... even iemand... dag, tot snel! Want je kunt er maar beter zelf vandoor gaan voor de ander je laat staan.
Mijn hakken zijn te hoog, Bambi, net geboren, wankelt, kantelt maar blijft overeind, niks makkelijk, op eigen benen staan, maar daar is al de bar en nu is rechtop staan of lege glazen geen probleem meer.
Even adempauze. Nip.
Nu heb ik ze toch uit het oog verloren, rustig rondkijken en je ogen laten dwalen, zei mijn rijinstructeur vroeger, dan heb je zicht op alles tegelijk. Haar zie ik al, ze staat in een groepje, ze zegt iets, anderen knikken, het is vast reuze diepzinnig wat ze zegt. Hem zie ik niet, blijven rondkijken, dan staat hij naast me, hoe kon ik dat nu missen, ik ben vandaag niet bij de les. Hij zegt hoi, ik zeg hoi, ik ruik zijn after shave. Als hij durft te vragen hoe het met me gaat ruk ik zijn kop eraf en dat zend ik nonverbaal heel erg door, maar hij vraagt niet hoe het met me gaat, hij zegt, ze ziet er mooi uit hè? Wie, vraag ik, en hij zegt de bruid, wie anders? Ja, nou, die ziet er prachtig uit, schitterend, zo gelukkig, de dag van haar leven. En ik zorg dat ik niet in zijn ogen kijk, ik ben daar gek, ik kijk zo'n beetje naar zijn neus, dat doen autisten ook en zo lijkt het nog wat. Hij vraagt twee wijn bij de bar en ik verslik me haast want hij drinkt nooit wijn, hij krijgt er maagzuur van. Maar hij neemt gewoon twee wijn mee en ik zeg veel plezier, en dan zeg ik nog: beige, hoe is het mogelijk, maar dat verstaat hij niet meer, hij loopt alweer weg en ik ruik nog steeds die after shave.
Nu is mijn glas alweer leeg en sta ik nog alleen, aan de bar nota bene. Ik ga naar het toilet, daar is het heel gebruikelijk om alleen te zijn. Het is koeler, dat is fijn want ik heb het steeds benauwder, er zit