Nadja. Sowieso: Inselboeken! Op een zwarte band uit de Spectrumserie regen de letters zich aaneen tot sensaties als Malamud, Frisch en Pynchon, of een Reclamboek prees in al zijn schoonheid een naam als Singer, Camus, Onetti of Schmidt aan. Of van die weergaloze witte dichtbundels, met een omslag van pergamijnpapier: Tarkovski, Ungaretti, Pavese, Pasternak, Enzensberger, Auden, Pound, Celan, Benn, Stevens... Elk gehucht kon je leven veranderen.
Hoe je op die namen kwam? Je kende ze gewoon - van vrienden, uit nawoordenje stootte elkaar met je elleboog aan: daar ligt nog een exemplaar, wil jij het niet? - Oh! Dankjewel! Natuurlijk! Wie is dat?
Ronduit schokkend was het als je na meerdere bestellingen en bij herhaalde navraag, of na een pijnlijke ruiloperatie de nieuwe Führmann of Braun, of Kassandra of Horns Ende veroverd had, en het dan opnieuw kon kopen. Gebeurde dat vaker, dan rees er twijfel aan het belang van het boek. Oftewel: aan de explosieve kracht ervan. Toch kocht je het in de regel - om het cadeau te doen of door te verkopen.
Bij Reclamboeken sloeg je uit voorzorg toe, vooral wanneer de auteur niet uit het Oosten kwam. Die anderhalve mark of drie mark had je meestal wel. Boeken uit de Spectrum-serie kocht je sowieso, alleen al om de fotomontage op het omslag. Zodoende ontdek ik tot op de dag van vandaag nieuwe dingen in mijn boekenkast: ach, daar heb je Carver, en Heaney, en Donald Barthelme.
Wat niet ‘actueel’ was of geen publicatievergunning nodig had, was meestal wel beschikbaar en kon je nog eens in overweging nemen. Maar ook bij Dostojevski en E.T.A. Hoffmann, bij Novalis en Jean Paul deed je er goed aan meteen toe te slaan. De werkelijke problemen rezen bij de twintigste eeuw, maar het begon al met Baudelaire en Rimbaud. Ondanks uitgebreid speuren kreeg ik nooit alle zeven delen Proust bij elkaar.
Af en toe twijfelde je te lang, dacht je dat die drie delen Alexander Blok het nog wel een tijdje zouden houden. Sommige boeken, de memoires van Ehrenburg en Neruda's Canto General bijvoorbeeld, kocht ik enkel op aandringen van een boekhandelares. Net als Babels Rode ruiterij - maar zou ik vrijwillig propaganda gaan zitten lezen?
Mijn leraar Latijn, een Brecht-kenner, beklaagde zich er voor de klas eens over - een rechtstreeks verwijt aan ons - dat de boeken van Platonov in de boekwinkels stonden te verstoffen. Hij sloeg met vlak-