grond smakt. Wij lagen beiden al de hele tijd op de grond te smakken. Elk van de twee denkt: Ik won. En elk van de twee heeft gelijk.
Ik kroop overeind. Zij vast ook over haar eind. Het was nog steeds pikdonker. Ik kon haar niet zien, zelfs haar haar niet voelen. Ik kon mijn onderbroek niet vinden. Zonder ondergoed kun je wel als vrouw een rok omlaag sjorren, maar een broek omhoog sjorren, dat gaat minder goed voor een man zonder onderbroek.
Wat een gedoe al die kleren. Waarom verwarmen we onze omgeving niet zodat we bloot kunnen lopen, ook in de nachten - klerenachten. Waarom kleren om je heen doen? Waaromheen? Om je lijf. Een hond met een rugdekentje, een papegaai met een verenhoed, een vis met een handdoek om zijn middel, die slaan toch nergens op?
Dat wij, zogenaamd verstandige en handige mensen, na al die eeuwen nog steeds, tenzij op de evenaar of in een sauna, gekke kleredingen om ons lijf wikkelen en op onze kop zetten en er zelfs onze voeten in stoppen, ja zelfs onze handen aankleden, ja zelfs onze vingers aankleden, dat is stom, duur en saai.
Maak de temperatuur op aarde wat hoger, dan ben je van dat klerengedoe af. Adam en Eva waren lekker zonder kleren, maar omdat ze met een appel begonnen te vrijen zette God de temperatuur op de geschapen planeet lager zodat ze kleren moesten aantrekken. Je leest in de kranten dat het op aarde te heet wordt en dat we daar wat tegen moeten doen. Die kranten vertellen dergelijke onzin waarschijnlijk om de klerenmdustrie te steunen zodat die lekker grote advertenties voor jassen en broeken en mutsen en schoenen moet betalen.
Geloof ik in het bijbelverhaal over de schepping? Wat een rare vraag. Als je een boek leest, vraagt toch niemand je:‘Geloof je wat je net las?’ U heeft zich niet afgevraagd of wat ik net vertelde, over mijn vrijpartij met dat haar, echt gebeurd was. Het doet er niets toe.
Maar met het bijbelverhaal is wel wat geks aan de hand. Het eerste hoofdstuk van het heilige boek vertelt over de wereld waarin de mens nog niet was uitgevonden. Wie schreef dat eerste hoofdstuk? Dat kan God niet geweest zijn, want die kon natuurlijk niet schrijven. Als je de enige levende persoon in je eigen pasgeschapen wereld bent, dan ga je alleen leren schrijven als je bang bent om te vergeten wat je allemaal maakte en meemaakte. Maar Gods geheugen is natuurlijk oneindig, anders noemen we hem geen God.