De Tweede Ronde. Jaargang 30(2009)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 79] [p. 79] À la Annie M.G. Judy Elfferich TE DROMMEL, kloeg de dominee, vannacht kon ik niet slapen! Mij kwelden honderd muggen met demonisch luid gezoem. De torenklok sloeg drie, sloeg vier - en ik, ik telde schapen. Ik woelde en ik woelde en ik dacht aan J.C. Bloem... Insomnia! De hele lange nacht bleef ik aan 't tobben over die ene regel, van Der Doodsklaroenen Stoot. Ik kreeg opeens zo'n trek in een kroketje van Van Dobben. Of twee kroketjes. Maar er was alleen maar suikerbrood. O! antwoordden de dames Groen. En die Parijse wafels? We vroegen ons al af waar die gebleven konden zijn... Als wij niet kunnen slapen, repeteren we de tafels van dertien en van zeventien, vanwege onze lijn. We worden altijd zo nerveus van 't tikken van de wekker; daar zetten we dan meestal onze theemuts overheen. Maar ja, dan hoor je hem weer níet. Dan slaap je ook niet lekker. De Leegte! sprak de dominee. Luguber fenomeen! Zeg, zei het schaap Veronica en keek in de beschuitbus, dit ziet er óók luguber uit. En waaro is de zjem? 't Is algemeen bekend dat ik geen krekkers en geen fruit lus! verkondigde de dominee met overslaande stem. Zo? zei de ene dame Groen. En vast ook geen sardines? De andere dame Groen zei: En geen glaasje o de vie? Ahum, zei 't schaap Veronica. Die Belgische pralines, die zijn ook op. En gisteren toen waren er nog drie. De dominee werd langzaamaan zo rood als een pioen. Eh... zei hij toen. Zal ík dan straks de boodschappen maar doen? Vorige Volgende