De Tweede Ronde. Jaargang 30

[p. 53]

Nederlandse poëzie

[p. 54]

De grote architect die het plan heeft uitgedacht
Kees Engelhart

Met feilloze zekerheid leidt de architect de basis
Naar de plaats van definitieve vestiging

De buitenstoffelijke bouwmeester die zichzelf
In staat acht het ondenkbare te verwezenlijken
Kent noch bescheidenheid noch ijdelheid

In staat om te scheppen schept hij
Ook al weet hij waartoe het leiden zal
Hij schept hij moet scheppen
De buitenstoffelijke bouwmeester kan niet anders

We kunnen met recht vermoeden dat hij tot het
Machtige eindpunt toe begrijpen zal dat wat hij
Geschapen heeft tot niets anders leiden zal dan verbazing
En bewondering voor zijn fenomenale grootheid en
Onkenbaarheid

Het zal wel immer een raadsel blijven maar iedereen
Zal het er over eens zijn
Zij die nog leven aan het eind van de tijd die dan nog rest
Dat het best knap was zo een beetje allemaal
Maar ook dat het behoorlijk heet geworden is zo ondertussen
En al met al zo een lolletje niet meer

Voorzeker zal de buitenstoffelijke bouwmeester dan
Een antwoord paraat hebben
Dat weet hij met grote stelligheid te menen
Er is nog tijd genoeg zegt hij

[p. 55]

 

Zijn doel is dat er rust zal heersen in de grote ruimte

 

Eeuwige stilte en niets dan koude hemellichamen die in eindeloze

 

Banen om elkaar heen draaien

 

Dat uiteindelijk heeft de buitenstoffelijke bouwmeester zo ongeveer

 

Voor ogen

 

Verder niets