In de gedichten van Al Ma'am (zie vorig nummer) en Omar Khayyam (zie elders in dit nummer) is regelmatig sprake van ‘vuuraanbidders’. Hiermee worden de volgelingen van Zoroaster (Zarathoestra) bedoeld, een geïnspireerd denker en profeet, die ergens tussen 1700 en 1000 v. Chr. leefde en die één van de ahura's (herdersgoden: ‘heersers’) van de prehistorische Ariërs (verwant aan de schrijvers van de veda's) uitriep tot de hoogste Godheid: Ahura Mazda, de belichaming van het goede. Deze is in eeuwige strijd gewikkeld met de personificatie van het kwade: Angra Mainyu of Ahriman, waarbij de aarde het slagveld is. Aan het eind der tijden zal een laatste slag plaatsvinden, waarop een Laatste Oordeel volgt, resulterend in een eeuwig verblijf in een hemel of hel. Er is ook nog sprake van een Heilige Geest (Spenta Mainyu) de goede tweelingbroer van de Kwade Geest Angra Mainyu. De door Zoroaster gestichte godsdienst, het Mazdeïsme, kent ook nog andere, engelachtige geesten met god-achtige eigenschappen, zodat het net als het christendom, dat er zwaar door beïnvloed is, tussen mono- en polytheïsme zwalkt. Ooit bloeide deze godsdienst; nu zijn er nog ongeveer 200.000 Mazdeeërs rond Bombay, Parsi's genoemd, het laatste overblijfsel van een monotheïstische, vreedzame en ethische cultuur lang voor Christus.