[Nummer 2]
Voorwoord
Voor het derde jaar worden de verzamelde verhalen en lichte verzen in dit zomernummer ook in de handel gebracht als ‘Zomerboek voor de vakantiekoffer’, zodat vakantiegangers voor een zachte prijs kunnen genieten van de smakelijke literaire ratatouille die hier is opgediend.
Er zijn zes Nederlandse prozabijdragen, van de Baskisch-Nederlandse schrijfster Kristina Goikoetxea (over de perikelen van vakantieverhuur), Maarten 't Hart (een voorproef uit zijn literaire memoires), Frans van Mastrigt (korte thriller in verpleeghuis), A.L. Snijders (acht nieuwe ‘Zeer korte verhalen’, Zkv's), Pieter Waterdrinker (een dierentuinbezoek in Rusland) en L.H. Wiener (gemengde gevoelens tijdens een vakantie op Lanzarote).
Twee Amerikaanse en twee Britse auteurs zijn voor dit nummer vertaald: John Collier, de vroegere topauteur van de New Yorker (komisch moordverhaal) en Hemingway (kalme wanhoop in de horeca); daarnaast Joseph Conrad (koloniale misère) en Somerset Maugham (een onverwachte daad van God).
Vervolgens: verhalen van twee Russen, Sjoeksjin (wiens relaas over het leven in de Siberische sneeuw wat verkoeling kan geven in de zomerhitte) en Solsjenitsyn (een nostalgisch reisverslag naar een historisch slagveld). Tenslotte: twee Scandinavische bijdragen, van de jonge Deense schrijfster Pia Buul (een bijl speelt de hoofdrol) en van Tarjei Vesaas (over oerkrachten op het Noorse platteland, ofwel splendeur en misère van een fokstier).
Alfabetisch geplaatst tussen de verhalen zijn de Light Verse-bijdragen van zes medewerkers (Jaap van den Born, Frits Criens, Drs. P, Patty Scholten, Ivo de Wijs en Theo Danes), die zich hebben laten inspireren door de Olympiade van 2008. Meindert Burger heeft de redactie verlaten, Madeleine Mes is sinds het vorig nummer toegetreden.
Redactie