Biesbosch
Michael Spaan
Biesbosch... Ben ik met een kanokamp geweest. Toen had de zee daar nog vrij spel. Heb ik nog foto's van.
Hier liggen we met onze kano's op een vrijwel drooggevallen bank. Ik ben die staande slungel in het midden, met die peddel, badstoftrui en babymuts.
Inderdaad, het lijkt wel of we drijven. Maar we zitten aan de grond - anders kan je in zo'n kano niet gaan staan.
Veertien was ik daar, en nog niet zo vertrouwd met onze levende natuur. Al kon die overvloed aan zangers in het riet me niet ontgaan.
Dat eindeloze sjirpen van de sabelsprinkhaan - in samenspel met het staccato van de karekiet - klinkt nú nog in mijn geestesoor, zo af en toe door de kapotte claxon van een roerdomp overstemd.
Moet je zien met wat voor keurig pootje ik hier op de achterkant gepriegeld heb: Derde Biesboschkamp '69, kort voordat dat paradijs van brak en zoet, van priëlen, platen, kreken, slikken, biezen, riet - en meer dan anderhalve meter tussen eb en vloed! - na Deltawerken in het Haringvliet voorgoed van zee zou worden afgesneden.
Toont dat ronkend, wat pathetisch woordgebruik niet fraai de schrijver in de dop? Op dit kiekje staan we allemaal: eenentwintig blagen van de middelbare school en zes studenten, staand en zittend voor de bouwval die we daar bewoonden.
In de oorlog zaten hier veel onderduikers, aangezien de plek vanuit de lucht vrijwel onzichtbaar was en over land niet te bereiken viel. Bovendien stond er bij eb meer dan een meter modder in de kronkelige kreek die toegang tot het huisje bood.
Vrouwen? Nee, het was een jongenskamp.
In elk geval door mij werden ze niet gemist. Wel zongen we uit volle borst over de meisjes in Batavia en zo.
Om er te komen steek je eerst - bij Lage-Zwaluwe - de brede, drukbevaren Amer over.