De Tweede Ronde. Jaargang 28
(2007)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 172]
| |
Twee liederen
| |
[Uma pastor se queixava]Uma pastor se queixava
muit' estando noutro dia,
e sigo medês falava
e chorava e dizia
com amor que a forçava:
‘Par Deus, vi-t' en grave dia,
ai, amor!’
| |
[pagina 173]
| |
[Vervolg Nederlands]Zij weende, zoals ik kon horen,
gelijk een vrouw met grote smart
en die, sedert zij was geboren,
in harteleed niet was gehard,
en zeide, droever dan tevoren:
‘Jij bent voor mij niets dan mijn smart,
o wee, mijn lief!’
Liefde gaf haar slechts hartezeer,
dat voor haar niets was dan de dood;
zij lei zich tussen bloemen neer
en zei in grote zielenood:
‘Het ga je slecht, voor immermeer
want jij brengt mij niets dan de dood,
o wee, mijn lief!’
| |
[Vervolg Portugees]Ela s' estava queixando,
come molher con gran coita
e que a pesar, des quando
nacera, non fora doita,
por en dizia chorando:
‘Tu non és se non mia coita,
ai, amor!’
Coitas lhi davam amores,
que non lh' eran se non morte,
e deitou-s' antr'umas flores
e disse con coita forte:
‘Mal ti venha per u fores,
ca non és se non mia morte,
ai, amor!’
| |
[Een herderin, zeer schoon van leest,]Een herderin, zeer schoon van leest,
was bij haar lief in haar gedachten
en was, zoals u kunt verwachten
en zo ik zag, zeer droef van geest,
en zeide toen: ‘Van nu af aan
kan geen oprecht verliefde vrouw
nog van haar lieveling op aan,
want die van mij was mij ontrouw.’
En zij droeg op de ene hand
een wonderschone papegaai,
die praatte en die zong zeer fraai,
immers, de lente kwam in 't land,
en zij zei toen: ‘O vriend zo schoon,
hoe krijg ik ooit je liefde weer,
waarom was jouw ontrouw mijn loon?’
En zij viel tussen bloemen neer.
| |
[Uma pastor bem talhada]Uma pastor bem talhada
cuidava en seu amigo
e estava, ben vos digo,
per quant' eu vi, mui coitada,
e diss’: ‘Oimais non é nada
de fiar per namorado
nunca molher namorada,
poisque mi o meu à errado.’
Ela tragia na mão
um papagai mui fremoso,
cantando mui saboroso,
ca entrava o verão,
e diss’: ‘Amigo loução,
que faria per amores,
pois m' errastes tam en vão?’
E caeu antr' umas flores.
| |
[pagina 174]
| |
[Vervolg Nederlands]Een groot deel van die lange dag
lag zij daar neer, en praatte niet;
soms werd zij wakker van verdriet,
soms sliep zij in van zelfbeklag,
en zei: ‘Moeder Maria middelaar,
hoe zal mijn lot nu verder zijn?’
Toen zei de papegaai tot haar:
‘Zeer schoon, naar 'k weet, o vrouwe mijn.’
‘Wil je me echt vertroosting geven,’
zei zij, ‘wil mij de waarheid spreken,
o papegaai, wat ik mag smeken,
want niets dan dood is mij dit leven.’
En hij zei: ‘Schone vrouwe, laat
uw tranen nu niet langer vliên,
want als ge d' ogen openslaat
zult ge uw vriend hier voor u zien.’
| |
[Vervolg Portugees]Uma gran peça do dia
jouv' ali, que non falava,
e a vezes acordava,
e a vezes esmorecia,
e diss': ‘Ai santa Maria,
que será de min agora?’
E o papagai dizia:
‘Ben, por quant' eu sei, senhora.’
‘Se me queres dar guarida,’
diss' a pastor, ‘di verdade,
papagai, por caridade,
ca morte m' é esta vida.’
Diss' el: ‘Senhor mui comprida
de ben, e non vos queixedes,
ca o que vos à servida
erged' olho e vee-lo-edes.’
|
|