De Tweede Ronde. Jaargang 28(2007)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 177] [p. 177] Twee sonnetten Patty Scholten Bokito Bokito mooie aap, Bokito zoet. Een bundel ongetemde oerwoudkracht. En toch, je bruine ogen staan zo zacht. Wat deed je fout met die Lombroso-snoet? Ik druk mijn hand tegen de ruit. Jij doet hetzelfde aan de binnenkant en lacht, de zilverrug die altijd op me wacht. Mensaap en aapmens zijn van eender bloed. Ze staat er weer, het witte kale wijfje. Al is mijn harem groot, ze mag erbij. Kom bij je alfaman, hier hoor en blijf je. Ons nageslacht zal buitelen en stralen. Ik trek mijn groetgezicht: Kom nu bij mij. Ik spring mijn reuzensprong. Ik ga haar halen. [pagina 178] [p. 178] De dobbepaarden Tweehonderd griene hynders, onbereden, hun achterwerk naar 't water toegewend (zo fantaseer je dat je elders bent) staan schuw bijeen, hun hoofden naar beneden. Al twintig paarden waren overleden, voor ze door amazones competent door zee naar 't vasteland werden gemend. En niemand hield het droog in dorp en steden. Ons land te nat, te laag, te vol, te klein. We dromen dat we ergens anders zijn, geen dicht opeengepakte, bange dieren. Wie komen ons bij watersnood bevrijden en zelfverzekerd door het wad aanrijden? De IJslanders, Ardenners, Arabieren? Vorige Volgende