De Tweede Ronde. Jaargang 27



[pagina 69]
Vier gedichten Kees Jiskoot Semper idem Anti-rokers, geestig hoor! O, het zijn me toch een guiten! Sterkste bak op ons kantoor: Alle rokers doen het buiten.
Borrelpraat - Je moet het lichaam tuchtigen, sprak Karel, een drankzuchtige, en niet te veel ontzien; je slaat door flink te borrelen veel graan- en gerstekorrelen naarbinnen bovendien. - En, zei Jan-Hein, sigarenrook verlengt je levensjaren ook, de kans op ziekten slinkt; een betere prognose heeft, zelfs als hij harttrombose heeft, wie stevig rookt en drinkt. Jan, arts, dus wars van rokerij en van jeneverstokerij, beluistert hun discours en vraagt zich af - als Reve ooit - zal God zijn zegen geven ooit aan dít geouwehoer?

[pagina 70]
Triolet Wat een leven alle uren! Kwam er maar een einde aan: Stampmuziekelijke buren. - WAT??? - EEN LE-VEN!!! Alle uren dringt het door plafonds en muren en vergiftigt mijn bestaan. Wat een leven, álle uren... Kwam er maar een einde aan.
Geriatrisch onderzoek Dit hoofd, dit arme hoofd van mij, dat ooit miljoenen feiten kende, met recht een egg-head, ach, dit ei bleek leeg te zijn toen men het scande.