De Tweede Ronde. Jaargang 27(2006)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 108] [p. 108] Twee gedichten Frank van Pamelen Kool Soms dan ga ik in mijn wagen Met mijn dochter aan de dool Dat zijn intressante dagen Want dat kind dat groeit als kool Ja, dat kind dat groeit als kool Vroeger zag ze gele bloemen Maar ze wil, sinds ze naar school gaat Alles heel precies benoemen Dus nu zegt ze: dat is koolzaad Kijk maar papa, dat is koolzaad Vrolijk pakt mijn kleine meid gauw Eén geel bosje in in folie En dan vraagt ze: waarom rijdt jouw Diesel niet op koolzaadolie? Waarom niet op koolzaadolie? Ik zeg met gemaakte boosheid Da'k niet weten zou waarom Maar die grove achteloosheid Vindt ze koolzaadoliedom Echt héél koolzaadoliedom [pagina 109] [p. 109] Neem nou Utrecht, als ik daar 'n Burgemeestersketting omhad Zegt ze, zou ik dat verklaren Tot dé koolzaadoliedomstad Tot dé koolzaadoliedomstad Als we het belangrijk vinden Stappen reizigers daar dus Voortaan met z'n allen in de Koolzaadoliedomstadsbus Koolzaadoliedomstadsbus Schone lucht en mooie plannen: Voor een redelijke plusprijs Kun je dan genieten van 'n Koolzaadoliedomstadsbusreis? Koolzaadoliedomstadsbusreis Fris en fruitig en frivool staat Dan mijn uitlaatgasbestrijdster Klaar als allereerste koolzaad- Oliedomstadsbusreisleidster Als de allereerste koolzaad- Oliedomstadsbusreisleidster Flits! De basisschool is om. Pats! Dan de havo en acuut Naar het koolzaadoliedomstads- Busreisleidstersinstituut Naar het koolzaadoliedomstads- Busreisleidstersinstituut Soms dan ga ik in mijn wagen Met mijn dochter aan de dool Dat zijn intressante dagen Want dat kind dat groeit als kool Echt, dat kind dat groeit! Als kool! [pagina 110] [p. 110] Komkommertijd In een huis in Bos en Lommer Ergens in een koelkastdeur Lag een pruim naast een komkommer Met een vreselijk humeur Weet je, sprak terneergeslagen De komkommer tot de pruim Ik heb nu al veertien dagen Een ontzettend slechte luim Steeds vraag ik me af waarom er In het menselijk bestaan Met de edele komkommer Zo gemeen wordt omgegaan Zeker tijdens de vakantie Is wat ik beslist niet pruim Die met zo veel arrogantie Naar omlaag gestoken duim Is er één bestemming stommer Dan dat je in schijfjes ligt Als een aftersunkomkommer Op een zwaar verbrand gezicht? En hoe naar is de neurose Die ik voel, m'n beste pruim Wanneer ik de inhoudsloze Koppen van de krant afschuim In de wetenschap dat om er Zelf als mens vanaf te zijn Ze maar roepen: tis komkommer- Tijd! Dat doet enorm veel pijn [pagina 111] [p. 111] Dus vandaar dat ik bij deze Al mijn spulletjes opruim En dat ik door weg te wezen Onbekommerd plichtverzuim Ach, het is een optelsom, er Is een grond voor mijn vaarwel Want het leven is komkommer- Kommer en komkommerkwel Daar ben ik zo overstuur van Dat ik nu, mijn lieve pruim Afscheid van je neem als buurman En mijn blik maar eens verruim Maar de pruim sprak met gebrom: er Is in mij geen spoor van spijt Wat een zeur is die komkommer Doei! Tot in de pruimentijd! Vorige Volgende