De Tweede Ronde. Jaargang 26



[pagina 104]
Twee gedichten Drs. P [De vader gaf mooi snoepgoed aan zijn kind] De vader gaf mooi snoepgoed aan zijn kind (Het wezen dat hij eerst geschapen had) ‘Ziehier iets lekkers,’ sprak hij kort en bondig ‘Dat dit je smaken zal, is nogal glad Maar denk erom - genieten is heel zondig Dus als je hiervan smult, verdien je straf Ik haat lichamelijk plezier hartgrondig: Het leidt je van fatsoen en vroomheid af Ik ben je in mijn wijsheid welgezind’ Normaal en heerlijk is de erotiek Wie deze gift versmaadt, is geestesziek
[‘Dit blad is onverwoestbaar,’ dachten wij] ‘Dit blad is onverwoestbaar,’ dachten wij Maar hier verschijnt na zesentwintig jaar het laatste nummer van De Tweede Ronde Ja, jammer - maar dat hoort erbij, nietwaar? Er gaat tenslotte allerlei te gronde De wereld, dat staat vast, is ernstig ziek Maar zal ze ooit genezen, deze wonde? Het tijdschrift was ons dierbaar, en uniek Temidden van veel weggooischrijverij Voorbij, de samenkomsten van weleer... (De kat van Mulliner's leeft ook niet meer)