De Tweede Ronde. Jaargang 26(2005)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 64] [p. 64] Vier gedichten Marcel Koopman Biliton, 12 november Stomende zon, fel groen dampende bomen, geschreeuw van apen in de natte kruinen. Het pad een smalle gele stroom ik denk regen en rijst ik denk mijn voeten op het warme leem. Voorbij de mijn waar Santimah de nachtverblijven van de kalongs weet. Vanuit het paalhuis galmt een gong de geur van santen en sereh slaat om me heen terwijl ik binnentreed. Een gekko schuift een volgend teken aan de rieten muur en wijst onevenaarbaar naar de equator. [pagina 65] [p. 65] Fak-fak, 1 december Zes uur. Balen tabak worden in haast geladen. Het ruikt naar kopra en katoen en wrakke wagens knarsen langs de havenkaden af en aan. Tijd om te gaan, ik zal de binnenkant van Vogelkop en oud Hollandia niet meer bezoeken. De leerachtige douanier spreekt nog een mondje Nederlands: pas, visum, invoerrechten. Amechtig komt de zon ons weer bestoken. Vaarwel West-Irian, het schip vaart af, ik heb je noch gekend, noch zeer gemogen. [pagina 66] [p. 66] Tonga, 14 december Op de dijen van het zand leg ik mijn lang gedragen leden en ik luister naar het schuimen van de bladeren en vruchten. Achter mij wacht de vulkaan op de maan, de zon der nachten, op de zon, de maan der dagen, heliotroop, obsidiaan. Ver ver ver de ivoren weemoed van Japan de groene torso van Sumatra de Zweedse schoener die mij bracht. Nu krast de toekan en nu zingen vissers, nu vist de toekan en nu lacht de zee, nu roeien vissers en nu wassen vrouwen blauwe zoenen en hun warme bloemen. Mij verwondert nog het meeste dat ik vijftig jaren dragen moest om hier mijn wangen zacht en koel te laten worden op de dijen van het zand. [pagina 67] [p. 67] MS Hullaballoo, 28 december Avond aan dek. Schuin licht bespeelt de kaapstanders. Ik sta hier naast de reddingssloep en wacht tot je gezicht nu duizend knopen ver zich aanmeldt bij de marconist. Kort lang, kort kort kort, lang kort lang. Het is veranderd door het slechte zicht. Zelfs Margie die mij begeleidt en ineens opduikt uit het zwart hapt als een vis in zware mist. Haar hand die goedbedoelend op mijn schouder ligt en leeft, voelt en behoedt, is een stuk speelgoed dat een kind verloren heeft. Vorige Volgende