De Tweede Ronde. Jaargang 26(2005)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 58] [p. 58] Twee gedichten Henk van der Haar Titaanwit Toen ik nog wolken wilde schilderen, niet wetend hoeveel grijs wit tot zich neemt om hagel, regen of het oogverblindend misten mij aan te doen, toen dacht ik nog dat zwart niet tot de hemel stijgen kon. (Terwijl ik over water liep droogde ik penselen, liet ik wat dood was leven, bedacht ik God de Almachtige, zoiets) En nu, weer mengend, me wentelend in de zwakheid van kleuren, word ik zwarter en grijzer en witter. Nature morte Het mesje met het elpenbenen heft Leunt sierlijk aan de helix van citroen, Een versgeschild doch geurloos hangend geel. De zweem van schaduw onder een hoog licht IJlt lang nog na. Een jonggestorven vlinder, Nachtuiltje, dakkapel, gevlekte scheerling. Zachtgrijze kreeft, wit glas, oesters in gaapstand, Geschilderd met de vaste hand van oude meesters. En toch verovert de vergeling steels het mes. Vorige Volgende