De Tweede Ronde. Jaargang 26(2005)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 56] [p. 56] Twee gedichten Leo Dooper Memento mori Vandaag loopt de bode op sokken door het dorp. Hij steekt papieren handen met opdruk port betaald omhoog. Het late uur masseert hem naar vervroegde dienstuittreding, begeleid door handgeklap maakt zijn ego overuren. Schouders kreunen onder het gewicht van onheilstijdingen, het bedrag daarmee gemoeid is gelijk aan rente op de Staatsschuld. Waar hij bezorgt, trilt men op zijn voetstuk. Hij kuist de taal van ambtenaren met zwarte humor. Van hogerhand moet hij geloven in de willekeur van opdrachtgevers. Een nulzes-herkenningsmelodie zet hersens in zijn achteruit. De brief ontploft. Ik lees; vergeet. [pagina 57] [p. 57] Achterland Kunstarbeiders noch klerken zijn geheelonthouders, ze onderzoeken het raadsel Eeuwige Dorst, zijn in evenwicht op de balk van eikaars vermeende gelijk. Varens komen in het voorjaar uit te midden van rottende medebladeren. Edelweiss speelt marsmuziek op het graf van de Onbekende Soldaat. Langs de rivier achter ons huis springt een jogger in de derde versnelling. Schaars geklede dames spelen diefje-met-verlos tussen korenbloemen, de hitte maakt hen dorstig. Op een zomerse dag draagt bier de economische vooruitgang. Rozenbottels kleuren in de herfst, overleven de winter. Zonder mededogen groet een rollator voorbijgangers met bevroren tenen. Wie zijn wij dat wij hulp verzaken? Wij tellen onze jaren af aan huishoudboekjes waarin oorlog zonder wapens vrede is. Een korrel zand is het begin van de woestijn. Met ademhalen begint het leven. De zin van vandaag is loslaten van gisteren. De jaren gaan voorbij; wij leven nog. Vorige Volgende