De Tweede Ronde. Jaargang 26

[p. 57]

Liefdesgedicht van een Homo erectus
(ca. 400.000 v.Chr)^*
Erik Coenen

Ik hou ervan, mijn ergste trek te lenigen
door vijanden hun kluifjes te ontfutselen;
ik hou ervan, met gieren te schermutselen
en leeuwen van een afstandje te stenigen;

ik hou ervan, het rottend vlees aan benige
karkassen met een schrabber los te frutselen;
ik hou ervan, met stukken steen te knutselen
(dat kunnen wij tweeheiligen als enigen!);

ik hou ervan, insecten te verpletteren
en bosbranden te stichten in de kou
en welpjes in het vuur te horen knetteren;

ik hou van dingen breken en ik hou
van elke vorm van treiteren en etteren;
maar nog het allermeest hou ik van jou.

* Vertaald uit het proto-erectisch door Erik Coenen.