[Nummer 1]
Voorwoord
Dit Lentenummer 2005 staat in het teken van de zesde hoofdzonde, de Toorn (Wellust, de zevende, zal de jaargang besluiten). De middeleeuwers die onze hoofdzonden in kaart hebben gebracht, associeerden de Toorn allereerst met de razernij à la Kaïn, leidend tot fataal geweld; toorn was een kwestie van ‘kokend bloed’. Daarnaast was er uiteraard de gerechtvaardigde ‘Toorn Gods’, die in het Oude Testament voor menig bloedbad zorgde. Buiten de christenheid is er de heilige woede van Berserkers (moorddadige Germanen in berenvel), Assassijnen (Arabische killers onder invloed van hasj) en Javanen in de ban van mataglap (moorddadige drift). In dit nummer komen vele oude en nieuwe varianten van de Toorn aan de orde.
In Nederlands proza drie verhalen, van Henk Romijn Meijer (woede in het tweede huis), Monica Sauwer (woede om de tweede vrouw) en Klaus Siegel (woede op het voetbalveld). In Nederlandse poëzie werk van tien dichters, onder wie een nooit eerder wereldkundig gemaakte bijdrage van wijlen Erich Wichman, getiteld ‘Vloekzang’. In Essay twee klassieken, Thomas Fuller en Seneca; daarnaast drie persoonlijke beschouwingen van Leo Jacobs (woede en geloof), Thomas Verbogt (woede en gezag) en L.H. Wiener (woede en genetiek). Light Verse is rijk vertegenwoordigd met bijdragen van veertien medewerkers die zich uitspreken over zo uiteenlopende narigheden als de toorn Gods, inclusief de fiolen, het ‘des duivels’ zijn, de homo erectus, straatgeweld, huiselijk geweld, de sharia en, meermalen, de Martinitoorn. Speciale vermelding verdient de ‘sonnettenkroon’ van Frank van Pamelen.
Vertaald proza bevat zes bijdragen, van Aretino (woede onder hoeren), von Doderer (zeven soorten woede), Malaparte (woede op nazi's), Michaïlídis (woede op collega-auteur), Sjoeksjin (woede in het warenhuis) en Tsjechov (woede tussen vader en zoon). In Vertaalde poëzie, zeven dichters, onder wie Achmatova, Enzensberger en Nietzsche. Wij signaleren graag het debuut als poëzievertaalster van de schilderes Nina Targan Mouravi, die het presteert om als Georgische, gevestigd in Haarlem, Russische gedichten van Majakovski in het Nederlands te vertalen. In het aanstaande Zomernummer zal meer aandacht aan haar werk worden besteed.
Redactie