| |
| |
| |
Drie gedichtenGa naar voetnoot*
Pablo Neruda
(Vertaling Catharina Blaauwendraad)
I
Matilde, naam van plant of steen of wijn,
van duurzaamheden die de aarde baart,
woord in welks groei de dageraad ontwaakt,
en in welks zomers de citroen ontvlamt.
Er varen houten schepen in die naam
omringd door zwermen vuur, marineblauw,
de letters zijn het water van een stroom
die uitmondt in mijn zwartgebrande hart.
O naam onder een klimplant blootgelegd
als doorgang naar een onbekende tunnel
die het aroma van de wereld ademt!
O dring mij binnen met je mond die brandt,
doorvors me met je nachtelijke ogen,
maar laat me varen, slapen - in jouw naam.
| |
Pablo Neruda
I
Matilde, nombre de planta o piedra o vino,
de lo que nace de la tierra y dura,
palabra en cuyo crecimiento amanece,
en cuyo estío estalla la luz de los limones.
En ese nombre corren navíos de madera
rodeados por enjambres de fuego azul marino,
y esas letras son el agua de un río
que desemboca en mi corazón calcinado.
Oh nombre descubierto bajo una enredadera
como la puerta de un túnel desconocido
que comunica con la fragancia del mundo!
Oh invádeme con tu boca abrasadora,
indágame, si quieres, con tus ojos nocturnos,
pero en tu nombre déjame navegar y dormir.
| |
| |
| |
XX
Mijn lelijkerd, kastanje ongekamd,
mijn schoonheid, jij bent prachtig als de wind,
mijn lelijkerd, jouw mond telt voor twee monden,
mijn schoonheid, met je kussen fris als vruchten.
Mijn lelijkerd, met je verborgen borsten
die minuscuul zijn als twee bekers graan.
Ik zag je graag met op de borst twee manen
als torens van jouw soevereiniteit.
Mijn lelijkerd, geen zee levert jouw nagels,
mijn schoonheid, bloem voor bloem en ster voor ster
en golf voor golf, lief, telde ik jouw lichaam:
mijn lelijkerd, want om jouw gouden taille,
mijn schoonheid, om een rimpel in je voorhoofd,
mijn lief, om licht, om donker houd ik van je.
| |
Pablo Neruda
XX
Mi fea, eres una castaña despeinada,
mi bella, eres hermosa como el viento,
mi fea, de tu boca se pueden hacer dos,
mi bella, son tus besos frescos como sandías.
Mi fea, dónde están escondidos tus senos?
Son mínimos como dos copas de trigo.
Me gustaría verte dos lunas en el pecho:
las gigantescas torres de tu soberanía.
Mi fea, el mar no tiene tus uñas en su tienda,
mi bella, flor a flor, estrella por estrella,
ola por ola, amor, he contado tu cuerpo:
mi fea, te amo por tu cintura de oro,
mi bella, te amo por una arruga en tu frente,
amor, te amo por clara y por oscura.
| |
| |
| |
LXXXIX
'k Wil als ik sterf jouw handen op mijn ogen:
het licht en 't graan van jouw geliefde handen,
hun frisheid nog eens langs mij voelen strijken:
de zachtheid voelen die mijn leven wendde.
'k Wil dat jij leeft terwijl ik, slapend, wacht,
dat je de wind blijft horen in je oren,
de zee blijft ruiken die ons beiden lief is,
het zand dat wij betraden blijft betreden.
'k Wil dat al wat ik liefheb voort blijft leven,
jou had ik lief, bezong ik boven alles,
blijf jij daarom in bloei, mijn bloeiende,
opdat je wat mijn liefde wil, bereikt,
opdat mijn schaduw door je haren wandelt,
opdat men zo de grond kent van mijn zang.
| |
Pablo Neruda
LXXXIX
Cuando yo muera quiero tus manos en mis ojos:
quiero la luz y el trigo de tus manos amadas
pasar una vez más sobre mí su frescura:
sentir la suavidad que cambió mi destino.
Quiero que vivas mientras yo, dormido, te espero,
quiero que tus oídos sigan oyendo el viento,
que huelas el aroma del mar que amamos juntos
y que sigas pisando la arena que pisamos.
Quiero que lo que amo siga vivo
y a ti te amé y canté sobre todas las cosas,
por eso sigue tú floreciendo, florida,
para que alcances todo lo que mi amor te ordena,
para que se pasee mi sombra por tu pelo,
para que así conozcan la razón de mi canto.
|
-
voetnoot*
-
Deze gedichten stammen uit Neruda's bundel Honderd liefdessonnetten (Cien Sonetos de Amor) die binnenkort bij uitg. Prometheus zal verschijnen.
|