De Tweede Ronde. Jaargang 24(2003)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 149] [p. 149] Sonnet xx John Keats (Vertaling Jos Versteegen) O ster, in onverstoorbaarheid u te gelijken! Niet in uw luister, hoog en eenzaam in de nacht, Waar u met eeuwig open oog lijkt toe te kijken - Gij heremiet van de natuur die waakt en wacht - Hoe water, priesterlijk, de menselijke stranden Omspoelt en wast en dan gereinigd achterlaat, Niet hoe gij bergen, heuvels, woeste heidelanden Recht aanziet in het versgevallen sneeuwgelaat - O nee - maar toch standvastig zijn, en onverstoorbaar, En, eenmaal aan mijn liefstes prille borst gevlijd, Die zachtjes rijst en daalt, voor altijd voelbaar, hoorbaar, Die zoete onrust proeven tot in eeuwigheid, En almaar luisteren naar haar teder ademhalen, En zo voor altijd leven - of ten grave dalen. Sonnet XX Bright star! would I were steadfast as thou art - Not in lone splendour hung aloft the night And watching, with eternal lids apart, Like nature's patient, sleepless Eremite, The moving waters at their priestlike task Of pure ablution round earth's human shores, Or gazing on the new soft fallen mask Of snow upon the mountains and te moors - No - yet still steadfast, still unchangeable, Pillow'd upon my fair love's ripening breast, To feel for ever its soft fall and swell, Awake for ever in a sweet unrest, Still, still to hear her tender-taken breath, And so live ever - or else swoon to death. Vorige Volgende