De Tweede Ronde. Jaargang 24
(2003)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De–
Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 170]
| |
De woestijn groeit: wee wie woestijnen bergt...
| |
Die Wüste wächst: weh dem, der Wüsten birgt...Ha!
Feierlich!
ein würdiger Anfang!
afrikanisch feierlich!
eines Löwen würdig
oder eines moralischen Brüllaffen...
- aber nichts für euch,
ihr allerliebsten Freundinnen,
zu deren Füßen mir,
einem Europäer unter Palmen,
zu sitzen vergönnt ist. Sela.
| |
[pagina 171]
| |
[Nederlands]Wonderlijk waar!
Daar zit ik nu,
de woestijn nabij en reeds
zover weer van de woestijn,
ook in niets nog verwoest:
immers opgeslokt
door deze kleine oase.
Zij sperde daareven gapend
haar liefelijke mond open,
het welriekendste van alle mondjes:
daar viel ik in,
omlaag, erdoorheen - tussen jullie,
jullie allerliefste vriendinnen! Sela.
Heil, heil wens ik die walvis,
wanneer hij althans zijn gast
geriefde! - Jullie verstaan
mijn geleerde toespeling?
Heil dus zijn buik,
wanneer het althans
een liefelijke oasebuik was,
net als deze. Wat ik echter in twijfel trek;
daarvoor kom ik uit Europa,
dat twijfelzuchtiger is dan alle echtgenootjes.
God betere het!
Amen.
| |
[Duits]Wunderbar wahrlich!
Da sitze ich nun,
der Wüste nahe und bereits
so ferne wieder der Wüste,
auch in nichts noch verwüstet:
nämlich hinabgeschluckt
von dieser kleinen Oasis
- sie sperrte gerade gähnend
ihr liebliches Maul auf,
das wohlriechendste aller Maülchen:
da fiel ich hinein,
hinab, hindurch - unter euch,
ihr allerliebsten Freundinnen! Sela.
Heil, Heil jenem Walfische,
wenn er also es seinem Gaste
wohlsein ließ! - ihr versteht
meine gelehrte Anspielung?...
Heil seinem Bauche,
wenn es also
ein so lieblicher Oasis-Bauch war,
gleich diesem: was ich aber in Zweifel ziehe.
Dafür komme ich aus Europa,
das zweifelsüchtiger ist als alle Eheweibchen.
Möge Gott es bessern!
Amen.
| |
[pagina 172]
| |
[Nederlands]Daar zit ik nu,
in deze kleinste oase,
een dadel gelijk,
bruin, gezoet, goudgerand,
gulzig naar een ronde meisjesmond,
maar meer nog naar meisjesachtige,
ijskoude, sneeuwwitte, messcherpe
snijtanden; daarnaar immers smacht
het hart van alle hete dadels. Sela.
De genoemde zuidvruchten
gelijk, te zeer gelijk,
lig ik hier, door kleine
vleugelkevers
omdanst en omspeeld;
evenzo door nog kleinere,
dwazere en kwadere
wensen en invallen,
belegerd door jullie,
stemloze maar voorvoelende
meisjeskatten,
Dudu en Suleika,
| |
[Duits]Da sitze ich nun,
in dieser kleinsten Oasis,
einer Dattel gleich,
braun, durchsüßt, goldschwürig,
lüstern nach einem runden Mädchen-Maule,
mehr aber noch nach mädchenhaften
eiskalten schneeweißen schneidigen
Beißzähnen: nach denen nämlich
lechzt das Herz allen heißen Datteln. Sela.
Den genannten Südfrüchten
ähnlich, allzuähnlich
liege ich hier, von kleinen
Flügelkäfern
umtänzelt und umspielt,
insgleichen von noch kleineren
törichteren boshafteren
Wünschen und Einfällen, -
umlagert von euch,
ihr stummen, ihr ahnungsvollen
Mädchen-Katzen
Dudu und Suleika
| |
[pagina 173]
| |
[Nederlands]
omsfinxt, als ik in een woord
veel gevoel mag leggen
(dat God mij deze zonde
tegen de taal vergeve!);
hier zit ik, de beste lucht snuivend,
waarlijk paradijslucht,
heldere, lichte lucht, goudgestreept,
zo goede lucht als maar ooit
van de maan neerviel,
hetzij door toeval
- of gebeurde het door overmoed,
zoals de oude dichters vertellen?
Maar ik, twijfelaar, trek het in twijfel;
daarvoor kom ik
uit Europa,
dat twijfelzuchtiger is dan alle echtgenootjes.
God betere het!
Amen.
| |
[Duits]- umsphinxt, daß ich in ein Wort
viel Gefühle stopfe
(- vergebe mir Gott
diese Sprachsünde!...)
- sitze hier, die beste Luft schnüffelnd,
Paradieses-Luft wahrlich,
lichte leichte Luft, goldgestreifte,
so gute Luft nur je
vom Monde herabfiel,
sei es aus Zufall
oder geschah es aus Übermute?
wie die alten Dichter erzählen.
Ich Zweifler aber ziehe es in Zweifel,
dafür komme ich
aus Europa,
das zweifelsüchtiger ist als alle Eheweibchen.
Möge Gott es bessern!
Amen.
| |
[pagina 174]
| |
[Nederlands]Deze schoonste lucht ademend,
de neusgaten opgebold als bekers,
zonder toekomst, zonder herinneringen,
zo zit ik hier, jullie
allerliefste vriendinnen,
en ik kijk naar de palmboom,
hoe zij als een danseres
zich buigt, zich voegt en de heupen wiegt
(men gaat meedoen als men lang toeziet)
als een danseres, die naar het mij voorkomt
te lang al, gevaarlijk lang
steeds maar, steeds maar op één enkel beentje staat:
zij vergat daarom naar het mij voorkomt
het andere beentje.
Tevergeefs althans
zocht ik het vermiste
tweelingkleinood
(namelijk het andere beentje)
in de heilige nabijheid
van haar allerlieflijkst, allersierlijkst,
waaierend, fladderend, flikkerend rokje.
Ja, als jullie mij, schone vriendinnen,
volkomen geloven:
zij heeft het verloren...
Oei oei oei oei hoei!
| |
[Duits]Diese schönste Luft atmend,
mit Nüstern geschwellt gleich Bechern,
ohne Zukunft, ohne Erinnerungen,
so sitze ich hier, ihr
allerliebsten Freundinnen,
und sehe der Palme zu,
wie sie, einer Tänzerin gleich,
sich biegt, und schmiegt und in der Hüfte wiegt
- man tut es mit, sieht man lange zu...
einer Tänzerin gleich, die, wie mir scheinen will,
zu lange schon, gefährlich lange
immer, immer nur auf einem Beinchen stand?
- da vergaß sie darob, wie mir scheinen will,
das andre Beinchen?
Vergebens wenigstens
suchte ich das vermißte
Zwillings-Kleinod
- nämlich das andre Beinchen -
in der heiligen Nähe
ihres allerliebsten, allerzierlichsten
Fächer- und Flatter- und Flitter-Röckchens.
Ja, wenn ihr mir, ihr schönen Freundinnen,
ganz glauben wollt:
sie hat es verloren...
Hu! Hu! Hu! Hu! Huh!...
| |
[pagina 175]
| |
[Nederlands]Het is verdwenen,
voor eeuwig verdwenen,
het andere beentje!
Wat jammer van dit liefelijke andere beentje!
Waar zou het verblijven en verlaten treuren,
dit eenzame beentje?
Misschien uit angst voor een
grimmig, geel en blondgelokt
leeuwenmonster? Ofwel reeds
afgeknaagd, afgeknabbeld,
erbarmelijk, o wee, o wee, afgeknabbeld? Sela.
Jammer toch niet,
zachte harten!
Jammer toch niet, jullie
dadelharten, melkboezems,
jullie buideltjes
zoethouthart!
Wees een man, Suleika! Houd moed!
Jammer niet meer,
bleke Dudu!
Of zou wellicht
iets sterkers, hartversterkends
hier op zijn plaats zijn?
Een gezalfde spreuk?
Een plechtige aanmoediging?
| |
[Duits]Es ist dahin,
auf ewig dahin,
das andre Beinchen!
O schade um dies liebliche andre Beinchen!
Wo - mag es wohl weilen und verlassen trauern,
dieses einsame Beinchen?
In Furcht vielleicht vor einem
grimmen gelben blondgelockten
Löwen-Untiere? oder gar schon
abgenagt, abgeknappert -
erbärmlich! wehe! wehe! abgeknabbert! Sela.
O weint mir nicht,
weiche Herzen!
Weint mir nicht, ihr
Dattel-Herzen! Milch-Busen!
Ihr Süßholz-Herz-
Beutelchen!
Sei ein Mann, Suleika! Mut! Mut!
Weine nicht mehr,
bleiche Dudu!
- Oder sollte vielleicht
etwas Stärkeres, Herz-Stärkendes
hier am Platze sein?
ein gesalbter Spruch?
ein feierlicher Zuspruch?...
| |
[pagina 176]
| |
[Nederlands]Ha!
Kom aan, waardigheid!
Blaas, blaas weer eens,
blaasbalg van de deugd!
Ha!
Nog eenmaal brullen,
moreel brullen,
zoals morele leeuwen brullen voor de dochters van de woestijn!
Want gehuil van de deugd,
jullie allerliefste meisjes,
is meer dan wat ook
vurigheid en begeerte van Europeanen!
En daar sta ik al,
als Europeaan,
ik kan niet anders, God helpe mij!
Amen.
De woestijn groeit: wee wie woestijnen bergt!
Steen knarst langs steen, de woestijn windt zich en wurgt.
De geweldige dood blikt gloeiend bruin
en kauwt: zijn leven is zijn kauwen...
Vergeet niet, mens, de uitgebrande wellust:
jij bent de steen, de woestijn, bent de dood...
| |
[Duits]Ha!
Herauf, Würde!
Blase, blase wieder,
Blasebalg der Tugend!
Ha!
Noch einmal brüllen,
moralisch brüllen,
als moralischer Löwe vor den Töchtern der Wütste brüllen!
- Denn Tugend-Geheul,
ihr allerliebsten Mädchen,
ist mehr als alles
Europäer-Inbrunst, Europäer-Heißhunger!
Und da stehe ich schon,
als Europäer,
ich kann nicht anders, Gott helfe mir!
Amen!
Die Wüste wächst: weh dem, der Wüsten birgt!
Stein knirscht an Stein, die Wüste schlingt und würgt.
Der ungheure Tod blickt glühend braun
und kaut -, sein Leben ist sein Kaun...
Vergiβ nicht, Mensch, den Wollust ausgeloht:
du - bist der Stein, die Wüste, bist der Tod...
|
|