De Tweede Ronde. Jaargang 24(2003)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 91] [p. 91] Twee gedichten Staf de Wilde Hernia zijn kraakbeen slijt als steen onder een waterval het is de dampkring die op zijn schedel duwt en hem de grond in drijft in zijn dromen is hij een sluipschutter een wrekende hand die namen schrijft en prijzen bij de namen maar wie is schuldig aan dit splijten tenzij dat onzichtbaar gewicht van eeuwen dat de aarde kneedt en knikkert door de sferen hij voelt de splinters in zijn rug, spijkers zoenen zijn verslensde billen hij roept meisjes aan om hun genezende zang zij tillen slepende gewaden als hij droomt en branden de zaden van geheime bloemen dat is de genade van de nacht maar de dagen hijsen het heiblok dat hem de grond in jaagt zijn rug verbrijzelt en hij weet dat hij geen woorden schraagt een woning die zal blijven [pagina 92] [p. 92] Chakra ze legt hem de handen op want ze heeft zich opgeladen met helende kracht hij grijnslacht om haar geloof in oude boeken uit een wonderland die leren dat het lichaam aan draden hangt aders waardoor het bloed stroomt van een eeuwig bonzen maar het zijn die boeken niet die tintelen in haar vingers het is de droom die mensen kneedt uit modder de hunkering van de eerste maker zij heeft te veel om het voor zich te houden en er is te weinig om het aan mee te delen ze wil hem kneden tot haar evenbeeld een tegenbeeld maar evenzeer een bonzend wezen zij ziet een bergmeer dat overloopt in rivieren zilver en gezegend met ontelbaar ontembaar leven hij sluit zijn boek van grijnzen en luistert naar haar bloed naar de oproep tot verrijzen Vorige Volgende