De Tweede Ronde. Jaargang 24(2003)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 82] [p. 82] Gedicht Frans Kuipers meer nog dan bakker, molenaar: Hebbend met de wind van doen. Wateren wolkbevaren, gezoem om de bloem, schedels in de aarde: hebbend met de stilte uitstaande. Hebbend aan oevers vele gezeten: een visser van niks. Maar eerst dit, hoegenaamdheid hooggeacht, oudgouden illuseum in houtvuurs hart, merelspeeches in de schemer, zongezoende paardekoppen, dit eerst - Vuur van de zon. Vuur van de zomer. Stralenbundels waarin de stofjes vonken. Groengloeigrassen. Glinsterwaters. Bladeren waar het licht in brandt. Wees op mijn hand. [pagina 83] [p. 83] Aarde der zaden. Aarde der maden. Wortelstronken over kronkelpaden. Paardebloemweiden hommelgonzend. Beekjes over beddingen van kiezelzand. Wees op mijn hand. Lucht van de gevleugelden. Lucht van de ademhalers allemaal. Wind door de halmen. Wind over water en winterstrand. Wees op mijn hand. Water dat van verre komt. Water dat van de bergen komt. Regendrup in regenplassen. Kindergezichten pasgewassen. Wolkenstoeten over het stille land. Wees op mijn hand. Vorige Volgende