De Tweede Ronde. Jaargang 24(2003)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 73] [p. 73] Drie gedichten Fred Bloemink Uithuizerwad 1 's Nachts was het bedacht. De zon die opkwam, de paardenkont die precies in het kloosterraam paste, de haan die schandalig eiste. 's Ochtends dacht de nevel over het lange Groningse land. Er waren twee doden gevallen op de weg naar Warflum. Er waren bedden benat. Op het wad slurpte de dagmaan de laatste geulen leeg. Er was haast. Mondslib droogde op als champagne. Later kwam alles nog terug misschien. [pagina 74] [p. 74] Uithuizerwad 2 De witte magere man stond aan dek. Wees de toren van Warffum aan. Lijkt dichtbij zei hij, je ziet Noordpolderzijl maar we komen daar nooit. We lagen stil te wachten op het water. De witte magere man zei: dit gaat een eeuwigheid duren, vast is vast. Maar het water kwam op, we konden de boeien wel kussen. We tastten de mond af - en liepen weer vast. De witte magere man, hij kent zijn tijtafels niet, zei de schipper en wrong het schip door het slib. [pagina 75] [p. 75] Pauw De schreeuw van een pauw gaat door de straat, of is het een kind dat gilt. Afsluiten voor rauw geluid gaat maar oortjesmaat. Je wilt het kwaad niet horen, je wilt niets van verdrietige dieren weten. Maar de klinker van drift is au. Vorige Volgende