De Tweede Ronde. Jaargang 24(2003)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 71] [p. 71] Vier gedichten Bernd Bevers Bezoek aan de hoofdstad Er is veel te zien. Haastig uitgewisselde adressen op de vluchtheuvel van QR-16, paniekaanvallen in vlekkeloos Frans, belastingbetalers rennend voor hun leven. Ik let op de bomen. Ze lijken hier magerder, nerveuzer, sneller van hun stuk gebracht dan de zware kastanjes thuis. Ook passeerde er een gezicht dat blijkbaar uit de doden was opgestaan zozeer leek het op iemand die ik nooit meer wilde zien. [2] Het is je dag niet, het is vandaag. Het is het licht dat zijn gewicht verplaatst en je laat vallen waar je staat. Een broek van vlees en bloed gestruikeld op de stoep. Het is de schrik dat jij dit bent, een mond die al zijn talen slikt en uitspuugt in een kreet. Een stem die weer terug moet al de stiltes in, al de woorden waarin zij zich vergeet. [pagina 72] [p. 72] [3] Welkom in het park van de lege uren, de getemde soorten dansend voor het oog van de wandelaar. Je schroeft je blik in de wolken en daalt af naar het gras, de waterspiegel bevend als van een onderaardse explosie, de zondagse eenden aan de kant profiterend van elkaars gelovigheid. Stof is een goed bericht denk je, een steen voor je uit geschopt, de roestende harp van een winkelwagen op de bodem van de vijver, door de politiek over het hoofd gezien. September De zomer is afgereisd. De lach terug tussen de tanden. Het wegdek glimt als een fossiel in het museum van verdwenen kunsten. Op de begane grond doven de lampen en de gesprekken, het televisieseizoen opent met een hoestbui. Het lichaam, alleen met zijn eigen gewicht, gaat in de boeken op zoek naar zijn antecedenten. Vorige Volgende