Intramuraal verzorgd
Michael Spaan
Alles wat er vóór mijn eerste toeval is gebeurd, weet ik nog precies. We fokten daar toen Texelaars, een ras dat meestal tweelingen lammert. Tel uit je winst. Had je gedacht.
's Zomers lieten we die schapen op de berg hun eigen kostje bij elkaar scharrelen - een sappig grasje hier, een kruidig blad of bloempje daar, zodat ze ons twee maanden voer bespaarden. Het enige wat wij ze in het warme jaargetij verstrekten waren blokken zout, met touw bevestigd aan een boom of in de grond verankerd met een stalen pen, waar ze dan dag en nacht aan konden komen likken.
Wilde grazers namen deze door ons aangeboden mineralen ook graag aan - als bouwstenen voor hun botten - met name reebok en elandstier, die elk jaar weer een nieuw gewei op moeten zetten. Met de jacht - die in de bronst, dus in het najaar valt - schoot ik daar altijd wel een paar van af. Vergis je niet, zo'n geile elandstier is moeilijk schieten, en geváárlijk... Net als zijn koe met kalf, daar kun je beter ook niet tussen komen.
Als jager zat je halve dagen op je post, terwijl de drijvers zwijgend en de honden zonder hals te geven door de heuvels en moerassen ploeterden. Maar als de eland dan tenslotte op het schot gevallen was - en jij een sjekkie had gerookt omdat zo'n edel dier op zijn gemak moet kunnen sterven - bracht het ontweiden, met je blote vingers in die bloederige, dampend warme buik en borst, weldra weer gevoel in je verkleumde handen.
Ouwe taaie bracht ik met de pick-up naar de slager in het twintig kilometer verderop gelegen dorp, maar kalveren - de dieren jonger dan een jaar - hielden we meestal zelf. Na het slachten en besterven vroren we de bouten, stukken rug en lendenen in vacuüm getrokken plastic in, om later op te kunnen eten. Bij de gedachte aan dat malse, donkerbruine wildbraad loopt het water me nog altijd in de mond.
Ieder jaar verloor ik wel een schaap of lam aan die scharminkelige wolven die de streek onveilig maakten, soms werd er zelfs een door een beer geslagen - of meer, als dat er een was die plezier in doden had gekregen. Maar je móest je vee wel elders laten grazen.