De Tweede Ronde. Jaargang 23(2002)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 46] [p. 46] Beeldhouwen Kees Hermis De beitel valt aan op de stam, de ringen rond het hart staan stil, er zijn bewegingen van lucht en hand die stuurt bij elke slag, de open nervatuur toont het verband van licht en dag stand en statuur de ijle schaduwlijnen die in de richting gaan van een sculptuur, wat moet verdwijnen wordt gegeven aan een te ontsteken vuur, oud hout verdedigt zich weerbarstig, blind vecht het terug, verdicht van schors tot spint, vanuit het achterland laat het zijn leeftijd los, wordt het bevrijd van binnenkant, een blootgelegd langzaam gebied, lichaam dat slaapt en wordt gewekt de oren strekt en steeds meer ziet waar het naartoe gaat groeien, hoe het gehoorzaamt niet zonder verzet ontsloten wordt met overmacht, de signatuur [pagina 47] [p. 47] draagt van de hand die hakt en schuurt tot op het ingewand, meer dan bezet tot slaaf gemaakt zo overmeesterd naakt getransformeerd zal het vanaf dit ogenblik spreken in metaforen, wat ogenschijnlijk vast in contouren staat heeft de herboren trekken van een gelaat dat is gesneden naar wat zelfbeeld heet, alleen de maker weet wanneer en waar hoe zijn gevecht in hout verliep wat hij op weg naar wat hij schiep hoorde en zag aan zang, muziek de traagheid van een dag die zijn plastiek kleedt in voorbij, de lege vlakken laten zien het tij van wind en stormen hoe afgeslagen takken littekens vormen in ontgonnen land, een nieuw te lezen huid die ademt in en uit verzonken overkant [pagina 48] [p. 48] waar alles is, kan zijn bloedsporen wijn een fluitend vuur dat over velden jaagt mistflarden vaag een drijvende natuur haarscheurtjes in de baard van god bij Michelangelo een craquelé dat zo gemaakt wordt tot einde van een begin, wat is geweest nog wordt gehoord zijn vogels aan het woord de koude klopgeest in het holle hakken van een specht of boerenzwaluwen die als schaduwen door de wakken duiken van de lucht, gestolde taal die opgeslagen in nerven, kieren wordt gedragen als een verdicht verhaal van wuivende wieren wenkende duinen bomen misschien, wie zal ze zien als bloeiende tuinen verstuivend licht een vergezicht een grot, een vagina [pagina 49] [p. 49] een schemerende delta die zich bij avondrood sluit als een schoot, intimiteit die een ogenblik even als poëzie wordt teruggegeven, er drijven eeuwen door het beeld van hout wie zien en horen wil leest sporen werkelijkheid ouder dan oud een durend sneeuwen van de tijd Vorige Volgende