De Tweede Ronde. Jaargang 23(2002)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 44] [p. 44] Vier gedichten Paul Hermans [Restanten van een vroeger kleur] Restanten van een vroeger kleur neigen in het landschap over, een rechthoek geel, als uit de wouw gewonnen, lappen blauw als uit vermalen wede. Wat je kunt zien is niets dan afscheid, wat je hier ziet is al voorbij. Ook water stroomt in het gewezene. En groen sterven de weien. [De zomerdagen zijn gebeurd.] De zomerdagen zijn gebeurd. Je hoort hoe zich twee wegen kruisen. Als uit een stugge eik gesneden, net aangeblazen, nog onwennig, vliegen ietwat plomp de duiven, slaan alsof het zo kon zijn zonlicht uit hun vlucht vandaan. [pagina 45] [p. 45] [De wind voert kinderstemmen weg.] De wind voert kinderstemmen weg. De zon trekt uit het hoge gras, nee, uit elke halm afzonderlijk, een ziel van wuivend licht. De bocht in de rivier beweegt. De schemer gaat een zwaluw in. Als keelwit krijt de felle schreeuw van pauwen door de nacht. [Vreemd hoe het gaat] Vreemd hoe het gaat met het gaan. Dat je niets hebt verlaten, niets achter je ligt, maar het spiegelt naar voren als de zon hier verschijnt, de geur van appels een veld oversteekt, het vee zich wond likt aan scherven van regen, de rivier weer een weg is die je nog moest begaan. Vorige Volgende