De Tweede Ronde. Jaargang 23(2002)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 39] [p. 39] Het wit waarheen ze terug zal keren Job Degenaar 1 Er vallen gaten in haar brein - niets mooiers dan vergane glorie lacht ze, maar de weg, de gekromde wilgen, de sporen van tractoren het gouden fruit van haar liefdes vervliegen; mooi grijs is het nu zegt ze als een vuur dat nagloeit wacht ze aan het raam van haar bestaan, waar de akkers groenen, zwellen, rijpen, doven met in haar schoot een mager verhaal over hemelse beloning 2 Buiten haar om ploffen appels neer maar zij denkt daar anders over Als een nachtuil klemt ze zich aan het oudste raam van haar verbeelding: god [pagina 40] [p. 40] 3 In haar komt een vreemde wonen ze zingt zijn lied, lacht als hij grijnst zijn blik trekt over haar gezicht het badwater welt tot de rand, zachte ijsbergen van lavendel knisperen insectenkaken vermalen de sterren gulzig als de dood reutelt het afvoerputje Ver weg sluit ze haar ogen 4 Alles om haar heen is ingekaderd: de foto's waarop ze is vastgelegd de sneeuwjacht om haar huis de kamer waar een licht bleef branden Ze zit daar nog altijd, rustend in haar lichaam, dat met de jaren kalm verwelkte: haar innige gezicht dat nadenkt, zich herstelt de marmeren handen op het tafelblad het lege album waar ze in bladert het wit waarheen ze terug zal keren Vorige Volgende