De Tweede Ronde. Jaargang 22(2001)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 76] [p. 76] Twee gedichten Mieke Tillema Achter het orgel Achter het orgel vlucht ze, de luchtige engel. Trekt een lange vleugel om de hoek Hij wil haar hebben, houwen, desnoods beloven te geloven Hij houdt haar voor licht als een veer van een rara rara avis. Hij hoort Ave Maria's dreunen tussen gotische bogen, kazuifels, ruggen in regenjassen, versteende vormen vol geloof Hij hoopt op één veer in zijn lege hand [pagina 77] [p. 77] Vanuit de trein Op weg: Gewitte velden maken schapen grijs, bomen zwart, zon scherp, alles weids. Een man, een vrouw, een hond zie je lopen. Ze scheiden abrupt, hij neemt de hond. De vrouw knielt neer, huilt gaten in de sneeuw, maakt modder, schreeuwt, krijst dat hij weg kan blijven, valt langzaam neer, een plas rood op het laken - de trein gaat sneller dan je kunt verzinnen. Vanuit de trein terug: geen spatje rood. Geen hond jankt trouw verdriet uit, sneeuw is gesmolten. Vorige Volgende